De G20 en de strijd tegen corruptie  

Anne Scheltema BeduinExtern nieuws, Feature, Internationaal, Kwesties, Media, News, Nieuws

Amsterdam, 27 juli 2015 – De G20, de groep grootste economieën ter wereld, blijft vastberaden om een wereldwijde cultuur van intolerantie tegen corruptie te creëren om zo wereldwijd corruptie te bestrijden. Tijdens de Toronto G20 Summit in 2010 creëerde de leiders van de G20 de Anti-Corruption Working Group (ACWG). Deze werkgroep kwam met een tweejarig actieplan in de strijd tegen corruptie. Hierin werd door de G20 de negatieve impact van corruptie op economische groei, handel en ontwikkeling erkent.

Tijdens de Brisbane Meeting in 2014 werd een tweede actieplan in het leven geroepen: het 2015-2016 Anti-Corruption Implementation Plan. Dit gedetailleerde document met concrete actiepunten biedt houvast voor de G20 landen in hun strijd tegen corruptie. Na Australië is Turkije de nieuwe leider van de G20 voor het jaar 2015 en daarmee verantwoordelijk voor het monitoren van de daadwerkelijke implementatie van het 2015-2016 anti-corruptie plan. Door de verslechterende situatie omtrent corruptie in Turkije de afgelopen jaren werd deze verantwoordelijkheid met gemengde gevoelens ontvangen. Hoe staat het ervoor met de G20 en de strijd tegen corruptie?

G20 Anti‐Corruption Implementation Plan 2015-2016

Het Anti-Corruption Implementation Plan focust zich op zes gebieden. Het eerste speerpunt is beneficial ownership transparantie. Het voorkomen van misbruik van rechtspersonen is een kritiek punt in de wereldwijde strijd tegen corruptie. Omkoping omvat het tweede punt in het anti-corruptie plan. G20 landen erkennen dat omkoping de internationale handel alsmede de internationale samenleving veel geld kosten, de Wereldbank schat de jaarlijkse kosten van omkoping op 1 biljoen (1 trillion) US dollar. Vervolgens erkent het plan een aantal sectoren die bijzonder kwetsbaar zijn voor corruptie, zoals de douanerechten-, bouw-, visserij- en bosbouwsector. Ten vierde wijst het plan op het belang van transparantie en integriteit in de publieke sector, waarbij open data en klokkenluidersbescherming één van de belangrijkste onderdelen zijn. Daarnaast richt het plan zich ook op transparantie en integriteit in de private sector. Tot slot erkent het plan het belang van internationale samenwerking in een globaliserende wereld, waarin corruptie veelal grensoverschrijdende vormen aanneemt.

“DE WERELDBANK SCHAT DE JAARLIJKSE KOSTEN VAN OMKOPING OP 1 BILJOEN US DOLLAR”

De G20 heeft zichzelf gebonden om het voortouw te nemen in de strijd tegen corruptie en houdt zichzelf verantwoordelijk voor de naleving van zijn anti-corruptie afspraken. Jaarlijks zullen de G20 landen de progressie die gemaakt is om deze afspraken na te komen rapporteren en publiceren aan de G20. Daarnaast zullen de G20 landen samenwerken met de betrokken internationale organisaties, zoals de Wereldbank, maar ook Transparency International.

Hoe staat dit strijdplan van de G20 er momenteel voor?

Het potentieel van de G20 in de strijd tegen wereldwijde corruptie is groot. Enerzijds is de G20 klein genoeg om overeenstemming te bereiken over de aanpak van corruptie. Anderzijds beheersen de G20 landen 80% van de wereldhandel en bevatten zij meer dan 85% van de economische activiteiten in de wereld. Deze combinatie zorgt ervoor dat de G20 daadwerkelijk een verschil kan maken in de strijd tegen corruptie.

Het Anti-Corruption Implementation Plan kan dus een verschil maken. Echter, daarvoor is het van kritiek belang dat de doelstelling van het plan daadwerkelijk bereikt worden. Internationale samenwerkingsmechanismes kunnen alleen effectief werken als de afspraken worden nagekomen. Hoe dit binnen de G20 gecontroleerd zou moeten worden blijft een lastige vraag. Het jaarlijks rapporteren van de gemaakte progressie en intensieve samenwerking kan een uitkomst bieden, waarbij niet vergeten dient te worden dat de individuele landen van de G20 uiteindelijk hun eigen beleid voeren.

“DE G20 KAN EEN VERSCHIL MAKEN IN DE STRIJD TEGEN CORRUPTIE”

Toch zijn de initiatieven van de G20 in de strijd tegen corruptie aan te moedigen. Op 4 en 5 maart 2015 was de eerste Anti-Corruption Working Group meeting onder de Turkse leiderschap en was de eerste kans om afspraken te maken voor de implementatie van het 2015-2016 anti-corruptie plan. De deelnemers deelde hun mening dat de strijd tegen corruptie een doorlopend proces is. Daarnaast werden een aantal concrete doelstellingen voor het jaar 2015 vastgesteld. De meeting van de Anti-Corruption Working Group werd hervat op 16 en 17 juni 2015 in Washington.

Turkije als leider van de G20

De beslissing dat Turkije de nieuwe leider van de G20 werd en dus onder andere verantwoordelijk wordt voor het monitoren van de implementatie van het anti-corruptie plan kwam voor sommige Turken als een verassing. Dit wordt gesteld door Oya Özarslan, voorzitter van Transparency International-Turkey, in haar artikel ‘G20 and the Uncomfortable Truth: corruption’.

Turkije kent al lange tijd problemen in de strijd tegen corruptie binnen het land. Ondanks dat Turkije progressie boekte tijdens de Turkse kandidaatschap om lid te worden van de Europese Unie zakte het in 2014 naar de 64 plaats op de Corruption Perception Index van Transparency International. Turkije behaalde 45 punten in deze index, een land dat minder dan 50 van de 100 punten scoort wordt aangemerkt als een hoog risico land met betrekking tot corruptie, wat schadelijk is voor het investeringsklimaat.

De paradox die door Özarslan gesignaleerd wordt is dat Turkije zelf zeer besluiteloos is over de implementatie van de speerpunten van het anti-corruptie plan van de G20, terwijl juist Turkije deze implementatie binnen de andere G20 landen moet monitoren. Op 15 en 16 november 2015 zal de eerstvolgende G20 Summit in Ankara plaatsvinden, waarna verder duidelijk zal worden of de afspraken van het anti-corruptie plan van de G20 daadwerkelijk nagekomen worden en of Turkije in staat is om de leiding te nemen in de implementatie van het anti-corruptie plan.