Amsterdam, 22 september 2016 – Een botenbouwer uit Oosterbeek is vandaag veroordeeld voor valsheid in geschrifte, belastingfraude en het in bezit hebben van een vuurwapen en munitie. De man kreeg een gevangenisstraf van 22 maanden opgelegd door de Rechtbank Gelderland. Daarnaast mag hij twee jaar lang zijn beroep van bestuurder van een rechtspersoon niet uitoefenen als hij opnieuw de fout ingaat.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft twee weken geleden 30 maanden tegen de botenbouwer geëist, omdat hij de fiscus voor € 3 miljoen zou hebben opgelicht. De rechtbank komt tot een lagere straf, omdat het fiscale nadeel dat de ondernemer de staat heeft berokkend lager wordt uitgerekend op minimaal € 800.000. Het feit dat de ondernemer twee dagen voor zijn berechting een inkeer-regeling met de fiscus sloot voor een nabetaling van € 3 miljoen, bewijst volgens de rechtbank niet onomstotelijk dat de belastingfraude diezelfde omvang heeft.
Valsheid in geschrifte en belastingfraude
De ondernemer zou zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte en belastingfraude en zou kosten voor de bouw van zijn privéwoning hebben laten factureren aan zijn drie vennootschappen. De kosten zouden vervolgens door deze vennootschappen zijn betaald, waardoor hun omzet gedaald is. Dit leidde tot onjuiste belastingaangiften bij de vennootschappen en bij de ondernemer in persoon. De omvang van de belastingfraude is, zo heeft de rechtbank vastgesteld, in ieder geval € 800.000.
De botenbouwer is in de internationale nautische wereld een beroemdheid en wordt omschreven als de ‘Jan des Bouvrie’ van de boten. De ondernemer heeft drie vennootschappen in bezit die naar eigen zeggen met 235 medewerkers in totaal jaarlijks € 40 miljoen omzetten met het inrichten van luxe riviercruiseschepen en privéjachten. De bedrijven hebben de grootste Nederlandse jachtwerven als klant. Het OM wees er tijdens de rechtszaak overigens op dat de omzet van de bedrijvengroep van de botenbouwer is gestegen nadat in februari 2014 publiekelijk bekend werd dat de botenbouwer van belastingfraude werd verdacht.
Boete van € 530.000 voor botenbouwer
De drie verdachte vennootschappen van de botenbouwer krijgen conform de eis een boete van € 530.000 opgelegd, één van de vennootschappen moet een geldboete van € 30.000 betalen en de andere twee betalen ieder € 250.000. Daarnaast heeft de rechter een extra voorwaardelijke straf opgelegd aan de ondernemer: wanneer hij in een proeftijd van twee jaar nogmaals de fout in gaat wordt hem verboden gedurende twee jaar een bedrijven te leiden. Eerder heeft het OM dit beroepsverbod onvoorwaardelijk voor een periode van vijf jaar geëist.
Twintig onderaannemers van het scheepsbouwbedrijf van de ondernemer waren medeverdachten in de zaak, achttien van hen hebben geschikt en bekend en twee van hen zijn veroordeeld.
“Het ging gewoon heel makkelijk. Niemand van mijn onderaannemers aan wie ik vroeg om valse facturen op te stellen, heeft dat ooit geweigerd”, zei de ondernemer tijdens de zitting.
Inkeer-regeling met de fiscus
De advocaten van de botenbouwer betoogden dat het OM niet-ontvankelijk zou zijn, omdat de ondernemer een beroep zou hebben gedaan op de inkeer-regeling en alsnog € 3 miljoen aan de fiscus gaat betalen. Echter oordeelde de rechtbank in Gelderland dat dit huichelachtig is omdat de ondernemer volgens de rechtbank pas voor het eerst beroep op de inkeer-regeling deed nadat zijn malversaties al aan het licht waren gekomen in een ander strafrechtelijk onderzoek. In die strafzaak bleek hij drugshandelaren met valse facturen dure interieuronderdelen hebben geleverd voor hun huizen.
‘Zet maar op de zaak’
Volgens de rechtbank heeft de aannemer op grote schaal met valse facturen privé-uitgaven als bedrijfskosten opgevoerd. De bouw en inrichting van zijn villa heeft hij volgens het OM vrijwel volledig geboekt met valse facturen als zakelijke onkosten van zijn interieur-bouwbedrijf. Het FD schrijft dat fotoreportages van zijn luxe villa in de tijdschriften Quote en Living onder meer aanleiding waren voor argwaan bij de FIOD en het OM.
Door privé-uitgaven als zakelijke kosten aan de fiscus op te geven, kunnen ondernemers ten onrechte omzet- en winstbelasting ontwijken en inkomstenbelasting ontduiken. Dit wordt in sommige kringen ook wel uitgedrukt als: ‘zet maar op de zaak’. De Belastingdienst en het OM treden de laatste jaren harder op tegen deze vorm van belastingfraude.