Rapport

Nederland presenteert follow-up rapport aan OESO-Werkgroep

Anne Scheltema BeduinAlgemeen, Corruptie

Amsterdam, 2 december 2021 – Recentelijk presenteerde Nederland het ‘Phase 4 evaluation of The Netherlands: one year written follow-up report’ aan de OESO Anti-Corruptie Werkgroep. Het door Nederland gepresenteerde rapport verschaft informatie over de voortgang die Nederland heeft geboekt bij de implementatie van een aantal aanbevelingen van het Fase 4 evaluatierapport.

In 1997 is het OESO Verdrag inzake de bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij internationale transacties (het OESO-Verdrag tegen omkoping) tot stand gekomen. In dit verdrag zijn wettelijk bindende normen vastgesteld om omkoping van buitenlandse overheidsfunctionarissen bij internationale zakelijke transacties strafbaar te stellen.

Vierde evaluatie Nederland en bijdrage Transparency International

De implementatie van het verdrag in de nationale wetgeving wordt ongeveer iedere acht jaar vanuit de OESO geëvalueerd. Vorig jaar vond de vierde evaluatie van Nederland plaats. Transparency International Nederland droeg destijds bij aan deze evaluatie door haar visie ten aanzien van de implementatie naar voren te brengen in een bijeenkomst met het evaluatieteam van de OESO anti-corruptiewerkgroep. De punten die TI-NL tijdens deze bijeenkomst inbracht zijn hier te lezen.

In de vierde evaluatie werden meerdere tekortkomingen vastgesteld. Zo bleek dat er in Nederland sinds 2012 slechts vijf strafrechtelijke zaken betreffende buitenlandse omkoping met daadwerkelijke vervolging zijn hebben plaatsgevonden. Ook werd geconstateerd dat klokkenluiders nog altijd onvoldoende beschermd worden, waardoor veel misstanden niet aan het licht komen.

Aanbevelingen uit het vierde evaluatierapport

Op basis van de constateringen deed de werkgroep een aantal aanbevelingen aan Nederland. Zo adviseerde de werkgroep om passend toezicht op voorgestelde transacties in buitenlandse opkopingszaken in te voeren. Ook moesten er duidelijkere richtlijnen worden gegeven aan bedrijven die misstanden willen melden of verdachte bedrijven die medewerking willen verlenen aan een onderzoek. Daarnaast adviseerde de werkgroep om maatregelen te treffen om onnodige vertraging bij de beoordeling van het verschoningsrecht bij onderzoeken naar buitenlandse omkoping tegen te gaan. De laatste aanbeveling heeft betrekking op de Wet Huis voor Klokkenluiders. De werkgroep adviseerde om deze te wijzigingen en zo de EU-Klokkenluidersrichtlijn te implementeren en, waar passend, de aanbevelingen uit de evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders in te voeren.

Het follow-up rapport

In het onlangs uitgekomen follow-up rapport staat informatie over de voortgang die Nederland heeft geboekt bij de implementatie van een aantal van deze aanbevelingen. Nederland geeft aan de volgende acties te hebben ondernomen:

  • Op 1 juni is het wetsvoorstel ter implementatie van de EU-richtlijn klokkenluidersbescherming ingediend bij de Tweede Kamer. Daarnaast wordt een pilot gestart om inzicht te krijgen in de best mogelijke inrichting van de juridische ondersteuning van klokkenluiders. Verder is het doel om een ​​netwerk van professionals in het psychosociale domein op te zetten in zodat de klokkenluider zo snel en goed mogelijk kan worden doorverwijzen naar de juiste hulp.
  • Persberichten van niet-procesresoluties in buitenlandse omkopingszaken en feitelijke verklaringen worden gepubliceerd op de website van het Openbaar Ministerie. Het OM legt daarmee publieke verantwoording af voor de afwikkeling van deze zaken.
  • In september 2020 zijn de eerste stappen genomen om een ​​nieuw systeem van toezicht in te voeren. Er is een (tijdelijke) onafhankelijke beoordelingscommissie geïntroduceerd. Deze commissie zal operationeel zijn totdat een nieuw systeem van toezicht wordt ingevoerd. Hiervoor lopen momenteel wetgevingsprocedures. Op 11 maart 2021 is een wetsontwerp gepubliceerd. Dit voorstel introduceert een rechterlijke toetsing door het Gerechtshof bij “hoge transacties in de sfeer van de rechtspersonen”. Het is nog niet precies bekend wanneer dit wetsontwerp zal worden behandeld.
  • De minister van Justitie en Veiligheid laat onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar zelfonderzoek en zelfmelden door bedrijven. De resultaten hiervan worden komend voorjaar verwacht.
  • Tot slot is een voorstel ingediend om de wetgeving rondom grote transacties verder aan te scherpen. Dit voorstel bevindt zich nog in een beginfase.

TI-NL is verheugd met het feit dat politici en beleidsmakers met de aanbevelingen aan de slag zijn gegaan. Toch zijn heeft Nederland nog grote stappen te maken in de aanpak van buitenlandse opkoping, zo concludeerde TI in haar rapport uit 2020. Landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zijn vele malen verder in de aanpak van buitenlandse omkoping. De bovengenoemde aanbevelingen van de OESO vormen een cruciaal onderdeel van de aanpak van buitenlandse omkoping.