Dos Santos

Europees Hof doet UBO-register op slot

Lotte RooijendijkAlgemeen

Amsterdam, 8 december 2022 – Het Europees Hof van Justitie heeft recent geoordeeld dat UBO-registers niet langer algemeen inzichtelijk mogen zijn voor het grote publiek. Minister Kaag van Financiën liet in een Kamerbrief weten dat ze daarom de Kamer van Koophandel heeft verzocht de verstrekking van informatie uit het UBO-register “per direct” stop te zetten. Dat is slecht nieuws, zowel voor de gemiddelde burger als voor bedrijven.

Het UBO-register is een centraal register waarin persoonlijke en financiële gegevens van ultimate beneficial owners (UBO’s), oftewel uiteindelijke belanghebbende, worden bijgehouden. Een persoon kwalificeert zich als UBO door meer dan 25% eigendom of stemrecht te hebben binnen een juridische entiteit, of door feitelijk zeggenschap te hebben op basis van andere middelen. Het Nederlandse UBO-register wordt beheerd door de Kamer van Koophandel en trad in werking op 27 september 2020. Het register werd opgezet naar aanleiding van de vierde Europese anti-witwasrichtlijn die alle Europese lidstaten verplichte om een UBO-register in te voeren. Het doel van het register is om witwaspraktijken te bestrijden door inzichtelijker te maken wie er binnen welke ondernemingen echt aan de touwtjes trekt. 

Legitiem belang

Volgens het hof is de openbare toegankelijkheid van UBO-registers, zoals deze is vastgelegd in provisie 5 van de Europese anti-witwasrichtlijn, in strijd met het recht op persoonlijke en financiële privacy van bedrijfseigenaren en aandeelhouders. Het Hof erkent dat de bestrijding van witwassen een legitiem doel is die openbare toegankelijkheid verantwoorden, maar stelt ook vast dat de huidige eis van volledige openbaarheid te grofmazig is. Het Hof heeft daarom geoordeeld dat vanaf nu alleen organisaties met een ‘legitiem belang’ toegang verschaft mag worden tot het UBO-register. Hieronder vallen organisaties met een wettelijke verplichting zoals de Belastingdienst en de FIOD, maar ook journalisten en maatschappelijke organisaties.

Goed nieuws en slecht nieuws

Dat organisaties met een legitiem belang volgens het Hof toegang behouden tot het UBO-register is op zich goed nieuws. Zij spelen immers een belangrijke rol bij het ontdekken en openbaren van corruptie. Denk bijvoorbeeld aan de mondkapjes deal van Sywert van Lienden die door journalisten van Follow the Money ontdekt werd met behulp van het UBO-register. Ook in onder meer Tsjechië, Denemarken en Turkmenistan kwamen zo grote corruptieschandalen aan het licht. 

De term ‘legitiem belang’ roept echter ook veel vragen op. Wie bepaalt welk belang legitiem is en welk belang niet? Wat valt hier nou precies onder? Wanneer is iemand wel of geen ‘journalist’? Dat betekent bijvoorbeeld dat er bij de voordeur van het UBO-register al moet worden vastgesteld wie er wél een journalist is en wie niet. Banken hebben volgens de wet geen legitiem belang, terwijl zij onderzoek doen naar verdachte financiële transacties.

Verlies van vertrouwen en zekerheid

Openbare registers versterken het vertrouwen van de burger in de overheid en diens handhaving van de rechtsstaat. De afscherming van het register zal dus vooral tot een verlies aan vertrouwen leiden voor de gemiddelde burger. Ook bedrijven zullen sterke nadelen ondervinden aan de afscherming van het UBO-register. Transparantie is namelijk ook van fundamenteel belang voor een goed ondernemingsklimaat. Zonder een openbaar UBO-register kunnen bedrijven niet meer checken met wie zij precies zaken doen. Dit is niet alleen van economisch, maar ook van groot juridisch belang, omdat bedrijven in Nederland zelf de verantwoordelijkheid dragen om aan te tonen dat zij geen zaken doen met personen of entiteiten die op een sanctielijst staan. Het nut van een publiekelijk toegankelijk UBO-register is dus veel breder dan alleen het bestrijden van terrorisme financiering en witwaspraktijken. TI-NL betreurt dan ook zeer dat het Hof dit niet meegewogen heeft in haar vonnis.

De lange adem

De uitspraak van het Hof tegen de openbare toegankelijkheid van het UBO-register is en blijft een zware tegenvaller voor transparantie binnen de Nederlandse samenleving. Dat journalisten en maatschappelijke bedrijven wel hun toegang tot het register behouden geeft echter hoop dat de broodnodige transparantie over belangen in bedrijven er wel op den duur zal komen. Het zal echter zeker nog wel even duren voordat het evenwicht tussen het publieke verlangen naar transparantie en het particulier verlangen naar privacy gevonden wordt. Tot die tijd is het belangrijk dat we als Nederlandse samenleving blijven erkennen dat er juist meer en niet minder transparantie nodig is rondom financiële belangen.