Afpakken illegaal vermogen: Europese perspectieven

Anne Scheltema BeduinExtern nieuws, Feature, Internationaal, Kwesties, News, Nieuws, Onderzoeken, Organisatie, Uncategorized, Wetgeving

Het afpakken van illegale opbrengsten: Europese perspectieven in de strijd tegen zware criminaliteit

Amsterdam, 6 mei 2015 – Bestrijding van georganiseerde misdaad heeft in veel landen een hoge prioriteit door de hoeveelheid geld die erin omgaat en door de minder wordende scheiding tussen het illegale en legale circuit. Bij het bestrijden van georganiseerde misdaad, is het belangrijk om de opbrengsten van deze groepen af te pakken. Deze organisaties bestaan uit grootschalige internationale netwerken waarmee ze grote opbrengsten verkrijgen vanuit verschillende illegale activiteiten. Om deze opbrengsten te legaliseren, worden deze in de legale economie wit gewassen. Georganiseerde misdaad is meestal gericht op het verkrijgen van veel winst, dus het ontnemen van illegale opbrengsten wordt gezien als een erg effectieve manier om georganiseerde misdaad te bestrijden. Door het afpakken van economische winst worden de activiteiten van de criminele organisaties belemmerd, maar ook andere soorten criminaliteit worden hiermee afgeschrikt. Daarnaast zorgt deze aanpak voor meer geld voor opsporingsmogelijkheden en andere maatregelen om criminaliteit te voorkomen.

Het ontnemen van opbrengsten is al een lange tijd een punt van aandacht voor de Europese Unie (EU), maar sinds 2001 is er ook beleid ontwikkeld dat deze ontwikkelingen laten zien. Ontnemen van illegale activa volgt het gemeenschappelijke EU-beleid op het gebied van binnenlandse zaken en justitie. In zowel het Verdrag van Lissabon als het Stockholm Programma (een programma voor een open en veilig Europa dat de veiligheid van de burgers dient en beschermt) wordt speciaal gefocust op georganiseerde misdaad en corruptie.

In het bestaande EU-beleid over het ontnemen van crimineel vermogen wordt rekening gehouden met verschillende nationale procedures op dat gebied. Echter, het negeert ontnemingsprocedures die gebaseerd zijn op het civiele concept, aangezien dit geen verband vereist tussen een bepaald misdrijf en de opbrengsten hiervan.

Verschillende nationale benaderingen voor inbeslagname: de noodzaak voor gemeenschappelijke standaarden

Op dit moment heeft elke EU-lidstaat een eigen aanpak van zware criminaliteit die in overeenstemming is met hun eigen rechtssysteem. Echter, zware criminaliteit is niet langer meer een probleem dat zich afspeelt in één lidstaat, maar verspreidt zich vaak over meerdere landen. Daarom is er beleid nodig op supranationaal niveau. Internationale en Europese verdragen hebben al voor ontwikkelingen gezorgd en daarnaast worden er speciale, multinationale teams ingezet die samenwerken aan specifieke zaken.

Er is dus al een aantal initiatieven opgezet in de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie, maar deze initiatieven ontbreken nog op het gebied van ontneming. Die gezamenlijke aanpak is nodig, mede door de verschillende procedures van landen en de obstakels die landen tegenkomen in deze vorm van bestrijding van georganiseerde criminaliteit.

Hoewel het ontnemingsbeleid in diverse landen verschilt in aanpak, blijkt de uitwerking vaak toch niet anders te zijn. De verschillende landen komen namelijk meestal dezelfde problemen tegen: de identificatie en het bevriezen van activa, de benodigde gerechtelijke procedures hiervoor en de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraken.

Gemeenschappelijke standaarden voor nationale procedures voor de inbeslagname van activa

Het ideale model voor ontneming bestaat uit verschillende componenten. Zo moeten de nationale autoriteiten institutioneel versterkt worden, als een onafhankelijke, zelfstandig en gespecialiseerd orgaan met de bevoegdheden om te identificeren, op te sporen, activa te bevriezen en afgenomen goederen in beslag te nemen. Daarnaast is er nog een aantal ander eigenschappen voor het ideale model, zoals:

  • De autoriteiten moeten onafhankelijk, bevoegd en erg gemotiveerd zijn om het doel van de ontneming te bereiken, namelijk het afpakken van de opbrengsten van de illegale activiteiten.
  • Er moeten garanties in de wet worden vastgelegd die zorgen voor transparantie, integriteit, efficiëntie en verantwoordelijkheid voor de autoriteiten die kunnen ontnemen en hun procedures.
  • Er moeten controlemechanismes worden opgesteld voor de organen die verantwoordelijk zijn voor ontneming van goederen.
  • De ontneming moet gebaseerd zijn op een beslissing van de rechtbank, afgegeven op basis van een strafrechtelijke veroordeling of civiele procedure. Daarbij moet er sprake zijn van een significant verschil tussen de verworven opbrengsten en het legale inkomen van de veroordeelde.
  • Er moeten standaarden worden geformuleerd om mensenrechten te beschermen tijdens de ontnemingsprocedure. Deze controle wordt uitgevoerd door justitie, waarbij de verdachte beschikking moet hebben over adequate en effectieve procedures om die rechten te verzekeren.
  • Er moeten adequate mechanismen worden ingesteld voor het beheren van bevroren en in beslag genomen goederen om deze in dienst te stellen van het gemeenschappelijke belang.
  • De zichtbaarheid van landen in hun bestrijding van deze vorm van ernstige criminaliteit moet verhoogd worden en er moeten verplichte maatregelen geïntroduceerd worden om transparantie te verzekeren.
  • Er moeten gemeenschappelijke hoge standaarden worden opgesteld voor een betere samenwerking tussen instanties en landen onderling op een EU-niveau.

EU-regelingen

Het ontnemen van illegale goederen gaat vaak samen met criminaliteit, zoals georganiseerde misdaad en corruptie. Op dit gebied hebben de EU en de lidstaten samen gedeelde bevoegdheid en is er onderlinge samenwerking. De ontwikkelingen in de EU-regelgeving op het gebied van ontneming van opbrengsten zijn nog niet volledig. Het EU-beleid richt zich namelijk nog niet op nieuwe, verder ontwikkelde modellen van ontneming, die niet gerelateerd zijn aan strafrechtelijke veroordelingen. Er is verdere samenwerking nodig voor de ontwikkeling van gemeenschappelijke standaarden om zo het opsporen en de ontneming van opbrengsten te bevorderen. Dit is voornamelijk essentieel voor de Europese samenwerking in zaken die te maken hebben met grensoverschrijdende criminaliteit of waarbij opbrengsten buiten de grenzen van het betreffende land liggen. Belangrijk hierbij is om standaarden te definiëren die de bescherming van mensenrechten garanderen. Wederzijdse erkenning speelt, net als in het algemene EU-strafrechtbeleid, een belangrijke rol.