Trouw over integritisme: “Even pas op de plaats, bestuurder”

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Extern nieuws, Integriteit, Media, Nationaal, Nieuws

Amsterdam, 6 juni 2016 – De zaak rond oud-wethouder Jos van Rey, die terechtstaat voor ambtelijke corruptie, stempasfraude, witwassen en lekken van vertrouwelijke informatie uit een benoemingscommissie heeft de discussie over integriteit op scherp gezet. Graag delen wij een commentaar van Trouw over integritisme: de inflatie van het begrip integriteit. Ambtenaren worden steeds vaker beschuldigd van niet integer handelen en zijn vaker onderdeel van een politieke strijd. Hierdoor heeft zich een angst ontwikkeld onder deze beroepsgroep, een angst om beschuldigd te worden van niet-integer handelen, om fout te declareren en om in de eigen gemeente zaken te doen.

Raadsleden, burgemeesters en wethouders hebben een nieuwe ziekte onder de leden: integritisme. De verschijnselen: overdreven angst beschuldigd te worden van niet-integer handelen, angst om fout te declareren en angst om in de eigen gemeente zaken te doen.

Integritisme problematisch onder lokale bestuurders

We kunnen om het woord glimlachen – het is bedacht door Hans Groot van het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers – maar het is een probleem onder lokale bestuurders. Integritisme kan zulke vormen aannemen dat mensen de lust vergaat om nog een bestuurlijke functie te accepteren, stelde Groot onlangs in deze krant.

Dat zou zeker een nare bijwerking zijn, al is het de vraag of het zo’n vaart loopt. Politieke partijen hebben weliswaar op lokaal niveau vaak grote moeite om vrijwilligers te vinden die zich vele uren per week willen inzetten voor het raadswerk. Dat gebeurt immers met een onkostenvergoeding, dikwijls naast de gewone baan. Maar voor burgemeesters en wethouders zal dit minder opgaan. En wat is er verkeerd aan als bestuurders en politici zich afvragen of die aannemer voor hun huis niet beter buiten de gemeente gezocht kan worden?

Zaak van Rey zet integriteit op scherp

De zaak rond oud-wethouder Jos van Rey, die terechtstaat voor ambtelijke corruptie, stempasfraude, witwassen en lekken van vertrouwelijke informatie uit een benoemingscommissie heeft de discussie over integriteit op scherp gezet. Naast het oordeel over Van Rey zelf zal de rechter in deze zaak naar verwacht in zijn uitspraak begrippen als bestuurlijke integriteit en belangenverstrengeling opnieuw en uitgebreid definiëren. Die definities zijn extra welkom omdat in de nieuwe Gemeentewet de burgemeesters omschreven staan als ‘hoeders van de bestuurlijke integriteit’. En let wel: de meeste schendingen van integriteit vinden immers plaats in het schemergebied, en zijn niet het gevolg van moedwillig verkeerd handelen. Het is altijd beter deze schijn van belangenverstrengeling te mijden.

Het is daarom welbeschouwd niet verkeerd dat lokale bestuurders door de zaak-Van Rey even pas op de plaats maken. Dat schept tijd om met elkaar het gesprek aan te gaan over wat acceptabel is, hoe om te gaan met gratis reisjes, geschenken, zakelijke contacten en vergunningen. Tijd ook voor de hand in eigen boezem: is ‘niet integer’ ook onder politici zelf niet een te makkelijk inzetbaar scheldwoord geworden voor de politieke tegenstander?

Zeker in deze tijd van sociale media is het zaak om transparant, helder en duidelijk te zijn over deze kwesties. Want actieve integere lokale politici, bereid om te reflecteren op het eigen handelen en met hart voor de publieke zaak, verdienen onze waardering en hebben we hard nodig.