Shipyards

FIOD onderzoekt corruptie vermoedens Damen Shipyards

Lotte RooijendijkCorruptie, Feature, Fraude, Internationaal, Jaarverslagen, Nationaal, News, Nieuws, Onderzoeken, Private sector

Amsterdam, 17 januari 2017 – Tegen Damen Shipyards loopt een strafonderzoek naar vermoedens van corruptie. Opsporingsdienst FIOD heeft in dit kader vrijdag een inval gedaan op het hoofdkantoor van de grootste scheepsbouwer van Nederland. Het onderzoek richt zich vermoedelijk op ongeoorloofde handelingen van een agent van Damen in het buitenland. Het is niet de eerste keer dat het internationale concern in de problemen komt vanwege het gebruik van tussenpersonen. Eerder is Damen door de Wereldbank gesanctioneerd voor een gerelateerde overtreding.

Damen heeft maandag bevestigd dat een onderzoek loopt en dat een inval heeft plaatsgevonden. De scheepsbouwer wil echter niet ingaan op de aard van het onderzoek. Verder commentaar is van het bedrijf vooralsnog niet te verwachten. Men wil de resultaten van het onderzoek eerst afwachten. Het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM) laat weten dat vermoedens van buitenlandse corruptie de aanleiding zijn geweest voor de inval op het hoofdkantoor van Damen. Volgens berichtgeving van onder andere het Financieele Dagblad en zakenblad Quote richten zich de pijlen van het OM op de problematiek rondom het gebruikmaken van tussenpersonen in het buitenland. Damen zet zo’n vijftig agenten in het buitenland in. Deze tussenpersonen kennen de lokale markten en moeten in ruil voor commissies nieuwe contracten binnenhalen.

Wereldbank sanctioneert Damen Shipyards

Wederom blijkt nu dat dit een risicovolle manier van zakendoen is. De internationale scheepsbouwer Damen Shipyards is al eerder op de vingers getikt voor de manier hoe het bedrijf buitenlandse agenten ingezet. In mei 2016 heeft de Wereldbank Damen gesanctioneerd voor handelingen waar eveneens het gebruikmaken van buitenlandse agenten een rol heeft gespeeld. De in Washington DC gezetelde Wereldbank financiert onder meer internationale projecten in landen in ontwikkeling. Internationale scheepsbouwers kunnen zich voor een dergelijke financiering aanmelden. Ook Damen maakt hier gebruik van, bijvoorbeeld voor de bouw van een visserij-inspectieschip in Sierra Leone. In de documentatie voor de aanmelding vermeldde het Nederlandse bedrijf echter niet de naam van de lokale agent en zijn vergoeding. Ondanks volledige medewerking van Damen aan het onderzoek, heeft deze overtreding geleid tot een uitsluiting van door de Wereldbank gefinancierde projecten voor de duur van 18 maanden.

omkoping agenten tussenpersonen

Damen agent weggestuurd voor vermoedens corruptie

Damen reageerde toen door te stellen dat het “in dit soort zaken in 99% van de gevallen goed gaat, maar deze keer niet”. Gezien het lopende strafonderzoek is het echter niet gedurfd om bij deze uitspraak van vorig jaar vraagtekens te zetten. De opsporingstak van de belastingdienst, de FIOD, onderzoekt nu of vermoedens van omkoping in het buitenland tot strafvervolging moeten leiden. Het gaat hierbij vermoedelijk om feiten waarvan Damen in haar eigen jaarstukken zelf melding heeft gemaakt. Zo wordt er in het jaarverslag van 2015 bericht dat het concern een jaar eerder een intern onderzoek was begonnen. Deze interne audit richtte zich op handelingen van een tussenpersoon die jarenlang in het buitenland voor Damen optrad om nieuwe orders binnen te halen. Deze agent werd uiteindelijk weggestuurd met een riante vertrekregeling van €5 miljoen. Naar aanleiding van deze feiten besloot Ernst & Young om geen goedkeurende maar een accountantsverklaring met beperkingen af te geven. Deze toestanden konden uiteraard niet lang onopgemerkt blijven. Na berichtgeving in de media bevestigde een woordvoerder van Damen uiteindelijk in december 2016 dat een agent in het buitenland inderdaad dingen had gedaan die “niet door de beugel” konden. Het vermoeden is dat het daarbij om dezelfde handelingen gaat waar het jaarverslag van 2015 over berichtte en waar de FIOD nu naar kijkt. Of het onderzoek daadwerkelijk tot strafvervolging leidt is op dit moment nog niet zeker.

Tussenpersonen only as strong as your weakest link

Naar aanleiding van de Wereldbank-affaire en het ontslag van genoemde agent heeft Damen haar interne compliance structuren aangescherpt om dit soort risico’s te minimaliseren. Zo is de interne ‘code of conduct’ herzien en strenger opgeschreven, zijn er verschillende ‘risk assessments’ uitgevoerd, heeft het bedrijf voor meer interne bekendheid van haar klokkenluidersprocedure gezorgd en is de functie van de part-time compliance-officer veranderd in een permanente positie. De hoop is dat deze aanscherping van de compliance regels ook internationaal effect heeft. Volgens de onderneming geldt de ‘code of conduct’ ook voor alle derde partijen. Tussenpersonen, zoals agenten, moeten bekendheid met de regels bevestigen en hun handelen daarop afstemmen. Voor wereldwijd opererende bedrijven is het een moeilijke balans tussen het signaleren van lokale groeimogelijkheden en het toezien op de naleving van alle betrokken partijen op de strenge interne regels.

managing third party risks

Transparency International UK heeft over dit onderwerp vorig jaar een uitgebreid rapport gepubliceerd met als titel ‘Managing Third Party Risks: Only as strong as your weakest link’. In het rapport zijn onder andere de volgende 11 principes opgenomen die de meest belangrijke aspecten bespreken van een anti-corruptie beleid met betrekking tot het inzetten van derde partijen:

  1. Ensure an enabling company environment of governance and commitment to integrity Provide a positive enabling corporate culture with commitment to values, ethics and integrity and effective governance, oversight and accountability.
  2. Integrate your approach Develop and implement an integrated and consistent approach for managing third parties across the company’s operations. Clearly assign responsibilities for third party management and ensure a cross-functional working and risk-based approach, supported by tone from the top.
  3. Build trust and constructive relationships with third parties Foster positive relationships with third parties and shared goals to enable better understanding and identification of risks.
  4. Identify all your third parties Identify and register all your third parties and collect, analyse and store relevant information about them, including their ownership, how they operate, their integrity and anti-corruption standards and any significant bribery and corruption risks.
  5. Use a risk assessment process for addressing third party risks and ensure the level of resources provided is commensurate with the level of risk Use a risk assessment process to identify, segment, mitigate and monitor the risks and risk factors attached to different types of third parties and use this information to design the criteria used in due diligence and to design and/or improve the overall anti-bribery programme.
  6. Apply a systematic procedure for engaging third parties Adopt a comprehensive and consistent approach to registering, screening and engaging third parties to ensure that engagements are made to desired standards and that procedures are tailored to the different types of identified risks.
  7. Carry out an appropriate level of pre-engagement due diligence on third parties Carry out due diligence proportionate to risks identified for different types of third parties, with a focus on those of highest risk. Use pre-defined risk criteria to assess individual third parties for inherent risk and vary the level of due diligence accordingly.
  8. Use tailored communications and training, together with advice and reporting mechanisms, to manage third party relationships Provide tailored communications and training to third party relationship managers and third party employees, commensurate with the level of risk. Provide third parties with access to confidential advice and speak-up channels and follow up any credible reports.
  9. Implement rigorous monitoring procedures to deter and detect bribery incidents and breaches of the anti-bribery programme Require high risk third parties to self-certify annually that they have complied with the anti-bribery programme. Repeat due diligence periodically for existing third parties. For high risk parties and where there is a significant bribery concern, exercise contractual audit rights.
  10. Review and evaluate the effectiveness of the third party anti-bribery programme periodically Report on the performance of the anti-bribery third party management programme to the board and senior management periodically, together with recommendations for improvements.
  11. Report publicly on your anti-bribery management of third parties Provide up-to-date information in an accessible manner to communicate to stakeholders your company’s anti-bribery commitment and anti-bribery measures related to third parties.