aftapwet

Eerste Kamer stemt in met aftapwet die bronbescherming verwerpt

Lotte RooijendijkAlgemeen, Feature, Integriteit, Klokkenluiders, Media, Nationaal, Nieuws, Wetgeving

Amsterdam, 12 juli 2017 – De Eerste Kamer heeft afgelopen nacht ingestemd met de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel de aftapwet genoemd, die inlichtingendiensten toestaat om meer soorten gegevens grootschalig te onderscheppen. Een amendement om de journalistieke bronbescherming te verzekeren in de Wiv werd eerder al verworpen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft Nederland meermaals veroordeeld voor haar gebrekkige bronbescherming.

De Eerste Kamer heeft dinsdagnacht ingestemd met de aftapwet, die inlichtingendiensten toestaat om meer soorten gegevens grootschalig te onderscheppen. Met de instemming van de Eerste Kamer gaat de omstreden wet per 1 januari 2018 in werking. VVD, PVV, CDA, SGP, PvdA, 50PLUS en OSF stemden voor de zogenoemde aftapwet. De Wiv vervangt een versie va nde wet die in 2002 voor het laatst is aangepast. De nieuwe wet geeft de inlichtingendiensten AIVD en MIVD meer bevoegdheden om internetverkeer grootschalig af te luisteren. De wetenschap dat deze diensten meeluisteren kan ervoor zorgen dat zelfcensuur ontstaat en beperkt de vrijheid voor afwijkende opvattingen die juist zo essentieel zijn in een democratische rechtsstaat. Ook bevestigde minister Plasterk dat de nieuwe wet het toestaat om anonieme bronnen van journalisten te achterhalen. Daarvoor is wel toetsing van de rechter en instemming van de toetsingscommissie nodig.

Bronnen zijn van onschatbare waarde

Voor de journalistiek zijn bronnen van onschatbare waarde, in het bijzonder ook melders die grote misstanden onthullen door als insider te kiezen voor het openbaren van (soms vertrouwelijke) informatie. Een voorbeeld is de grootschalige belastingontwijking die aan het licht is gebracht door LuxLeaks en meest recentelijk ook door de Panama Papers. Indien de bron bekend wordt, kan deze zware repercussies verwachten. Journalisten die misstanden aan de kaak stellen, moeten hun bronnen effectief kunnen beschermen. De Nederlandse wet biedt op dit moment nog geen goede bescherming voor journalistieke bronnen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) veroordeelde Nederland meermaals voor een gebrekkige bronbescherming. Bij gebrek aan goede bescherming treedt een ‘chilling effect’ op. Dit leidt ertoe dat nog maar weinig mensen de cruciale stap durven te zetten om hun informatie te delen met journalisten.

Amendement bronbescherming verworpen in aftapwet

Kees Verhoeven (D66) heeft in februari 2017 een amendement ingediend bij de Tweede Kamer in om de journalistieke bronbescherming ook in de Wiv te verzekeren. Verhoeven beoogde de definitie van ’journalistieke bron’ te verruimen zodat deze beter wordt beschermd. Nu is er een zeer beperkte uitleg van het begrip ‘bron’. Onder ‘bron’ vallen in de context van deze wet “personen die gegevens ter openbaarmaking aan een journalist hebben verstrekt onder de voorwaarde dat de verstrekking niet tot hen kan worden herleid”. Dit betekent dat een journalist als getuige slechts een verschoningsrecht heeft ten aanzien van vragen over bronnen die expliciet afspraken hebben gemaakt over hun anonimiteit. In de journalistiek is er echter juist vaak bronbescherming nodig in de gevallen waarin dit níet duidelijk is afgesproken.

Het amendement van Verhoeven werd een week later door de Kamer verworpen. De nieuwe wet staat het nu toe om anonieme bronnen van journalisten na toetsing van de rechter en instemming van de toetsingscommissie te achterhalen. Dat geeft een vrijbrief voor een kwaadwillende overheid om via de inlichtingendiensten communicatie tussen journalisten en bronnen te kunnen afluisteren. De wet staat dan ook haaks op de wens van juristen en journalisten om vertrouwelijke gesprekken te kunnen voeren, iets wat van groot belang is in een democratische samenleving. De nieuwe aftapwet voorziet wel in controle op het aftappen, maar niet in het vooraf bepalen van de afzender. Hierdoor is de zogenaamde bijvangst onvermijdelijk. Bij vertrouwelijke advocaat-cliëntgesprekken belooft minister Plasterk dat de diensten die onbeluisterd weg zullen gooien. Echter wordt er aan journalisten en hun bronnen geen bescherming geboden in de aftapwet.

Verschoningsrecht journalisten niet serieus genomen in Nederland

Journalisten zijn al beschermd door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), maar Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben daar meermaals mee in strijd gehandeld. Zo in 2015 toen de Hoge Raad oordeelde dat het afluisteren van een Telegraaf-journaliste ‘niet-proportioneel’ was maar besloot de schending van bronbescherming niet te sanctioneren. Deze uitspraak maakte een lege huls van bronbescherming voor journalisten. ‘Wanneer er geen enkele sanctie staat op het doorbreken van journalistieke bronbescherming, is dat een vrijbrief voor de overheid om journalisten af te luisteren om hun bronnen te achterhalen’, aldus Otto Volgenant, voorzitter van de Studiecommissie Journalistieke Bronbescherming.

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens veroordeelde Nederland al drie keer voor schendingen van het recht op journalistieke bronbescherming. In veel Europese landen is het verschoningsrecht al wettelijk geregeld, in Nederland nog steeds niet. De wettelijke regeling dient minimaal de bescherming te bieden van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Europese jurisprudentie.

Hoewel organisaties zoals de Nederlandse Vereniging van Journalisten al jaren voor pleiten voor bronbescherming, is er pas in mei vorig jaar een wetsvoorstel aanhangig gemaakt die deze bronbescherming beoogt te verankeren in de wet. Het wetsvoorstel Bronbescherming in Strafzaken leidt tot de invoering van een nieuwe bepaling in het Wetboek van Strafvordering, waarmee er een beperkt verschoningsrecht ontstaat voor journalisten en publicisten. De afronding van dat wetsvoorstel laat al lange tijd op zich wachten.

Zonder goede nieuwsvoorziening hapert economie

Transparency International Nederland acht het van groot belang dat het recht op journalistieke bronbescherming ook rechtstreeks in de Nederlandse wetgeving verankerd wordt. Journalisten moeten de middelen hebben om gericht onderzoek te kunnen doen naar machtsmisbruik, belangenverstrengeling en maatschappelijke misstanden. Journalisten die misstanden aan de kaak stellen moeten hun bronnen effectief kunnen beschermen. Bij gebrek aan goede bescherming treedt een chilling effect op ,waarbij bronnen hun informatie minder snel delen met journalisten, iets dat zeer nadelig is voor de nieuwsvoorziening. Als een goede nieuwsvoorziening ontbreekt, hapert de democratie.