bijstandsfraude

Elektronische gegevensuitwisseling en algoritme in de strijd tegen bijstandsfraude

Lotte RooijendijkAlgemeen, Feature, Fraude, Internationaal, Nieuws

Amsterdam, 16 april 2018 – Om grensoverschrijdende fraude met bijstand- en werkloosheidsuitkeringen op te sporen gaan Nederland en België gegevens uitwisselen. Vorige week tekende staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en haar Belgische collega Philippe de Backer, staatssecretaris voor de Bestrijding van Sociale Fraude, een overeenkomst in Brussel. Naast deze overeenkomst zijn een aantal Nederlandse gemeenten ook afzonderlijk bezig om bijstandsfraude tegen te gaan met behulp van een algoritme.

Het Nederlandse Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het informatieknooppunt voor gemeenten ‘Stichting Inlichtingenbureau (IB)’ zullen gegevens met België gaan uitwisselen. Op deze manier willen de uitvoeringsorganisaties zo efficiënt mogelijk op zoek naar personen die onrechtmatig bijstand- of werkloosheidsuitkeringen ontvangen. Deze samenwerking moet helpen om sneller fraude vast te stellen en deze terug te vorderen.

Deze week is men gestart met de pilot gegevensuitwisseling. Breda, Goirle, Bergen op Zoom, Sluis, Tilburg en Sittard-Geleen kunnen aan de hand van elektronisch aangeleverde gegevens controleren of hun uitkeringsgerechtigden wellicht in België andere inkomsten hebben.

Grensoverschrijdende bijstandsfraude lastig op te sporen

Volgens staatssecretaris Van Ark is het tot dusver moeilijk geweest om grensoverschrijdende uitkeringsfraude op te sporen doordat Nederland en België verschillende sociale regelingen kennen en aparte administraties erop nahouden. ‘Als iemand bijvoorbeeld in Nederland een bijstandsuitkering ontvangt en legaal in België werkt, dan weet de gemeente die de uitkering verstrekt daar niets van,’ aldus Van Ark. Bovendien stelt zij dat de kans dat fraudeurs door de mand vallen klein is. Alleen door ‘toevallige signalen’ valt zoiets wellicht op.

Aanpak Haags uitzendbureau

De arbeidsinspectie van zowel Nederland als België voeren vaker gemeenschappelijke acties uit. Vorig najaar leidde zo’n actie tot het aanpakken van een Haags uitzendbureau. Nederlandse mensen in de ziektewet werden, door dit uitzendbureau, aan het werk gezet in de Belgische bouw. Tijdens een gezamenlijke controle van de Belgische Arbeidsinspectie en de Inspectie SZW, de Belastingdienst en het UWV werd deze constructie ontdekt. Dit benadrukt het belang van samenwerking tussen de verschillende instanties in Nederland en België. Bij nader onderzoek naar het uitzendbureau bleek dat er al eerder Nederlandse werknemers met een uitkering aan het werk waren in België. Vermoedelijk in totaal zo’n 30 mensen.

Bredere aanpak

De pilot tussen Nederland en België maakt deel uit van een bredere aanpak van grensoverschrijdende fraude met arbeidswetten en in de sociale zekerheid. Om die reden zijn er in het regeerakkoord extra middelen voor handhaving door de Inspectie SZW vrijgemaakt. Om het draagvlak onder het stelsel in stand te houden is het volgens Van Ark essentieel om fraude in de sociale zekerheid te voorkomen.

Algoritme voor bijstandsfraude

Naast dit samenwerkingsverband tussen Nederland en België zijn de Nederlandse gemeenten afzonderlijk ook druk bezig met de aanpak van bijstandsfraude. Zo wordt er steeds meer gebruik gemaakt van software, getraind op historische data, die personen die vermoedelijk onterecht een uitkering krijgen eruit pikt. Vervolgens onderzoeken sociaal rechercheurs deze gevallen. De regionale sociale dienst Lekstroom in Utrecht, de gemeenschappelijke sociale dienst van Vlissingen, Middelburg en Veere (Orionis), en het Zuid-Hollandse Nissewaard gebruiken dit algoritme al.

Jaarlijks zijn gemeenten miljoenen euro’s kwijt aan bijstandsfraude. Het gaat hier om mensen die onterecht een uitkering ontvangen omdat ze bijvoorbeeld samenwonen, nog bij hun ouders wonen of neveninkomsten hebben. Van de honderd fraudeurs die het algoritme aanwijst, kan bij de helft fraude ook daadwerkelijk worden aangetoond, schrijft NRC. De opsporing is complex.

Europese privacywetgeving

Data-analyse vergroot de pakkans en de effectiviteit van de sociale recherche. NRC stelt dat deze aanpak echter wel gevoelig ligt. Volgende maand gaat de nieuwe Europese privacywet in. Deze wet verbiedt onder andere dat mensen automatisch beoordeeld of geprofileerd worden door een computer, als dat ingrijpende (rechts-)gevolgen voor hen heeft. Zo stelt de wet dat er een menselijke beoordelaar tussen moet zitten, in dit geval een sociaal rechercheur die het onderzoek doet. De uitkeringen worden dus niet direct stopgezet als het algoritme dat aangeeft.

Alhoewel het algoritme nog niet aangeeft hoe er precies gefraudeerd wordt, draagt het wel bij aan een efficiënter en effectiever opsporingsproces. Op basis van de ervaring van andere testgemeenten kan het algoritme in de toekomst verder worden gefinetuned en zo nog nauwkeuriger voorspellen.