Spijker wint zaak tegen Staat

Lotte RooijendijkKwesties

Uit Binnenlands Bestuur, Boudewijn Warbroek 27.12.2010

De minister van Defensie is de hoofdschuldige aan het ontslag van klokkenluider Fred Spijkers in 1993. Ook staat vast dat er een directe relatie ligt tussen het arbeidsconflict rondom Spijkers, en diens optreden na het verongelukken van munitie-expert Rob Ovaa.

Herzieningsprocedure

Tot deze conclusies komt de Centrale Raad van Beroep in een door Fred Spijkers aangespannen herzieningsprocedure. De Centrale Raad oordeelt dat een uit 1997 stammend arrest van de Raad op de twee bovengenoemde punten moet worden herzien.

Onenigheid superieuren
Fred Spijkers kreeg in 1984 na het verongelukken van Rob Ovaa de opdracht om aan diens weduwe te vertellen dat haar man door eigen onvoorzichtigheid om het leven was gekomen. In werkelijkheid waren er al jarenlang problemen met het type mijn dat Ovaa het leven had gekost. Spijkers weigerde daarom om Ovaa te schuld te geven, en dit leidde tot onenigheid met zijn superieuren.

Arbeidsconflict

Toen de Centrale Raad van Beroep zich in 1997 boog over het ontslag van Spijkers, luidde de conclusie dat er geen enkele relatie lag tussen de zaak-Ovaa en het ontstane arbeidsconflict. De Centrale Raad van Beroep vindt bij nader inzien dat dit onjuist is, zo blijkt uit de op de dag voor Kerstmis gepubliceerde beslissing op het herzieningsverzoek.

Wezenlijke rol
De Centrale Raad oordeelt nu dat ‘verzoekers bemoeienis met de afwikkeling van het ongeval van de heer Ovaa bij het ontslag een wezenlijke rol heeft gespeeld’ en dat daarin ‘de bron was gelegen van het nadien ontstane arbeidsconflict’.

Onderscheiding
De Raad baseert zich hierbij op diverse door Spijkers’ advocaat Geert-Jan Knoops ingebrachte stukken, als ook op een toespraak van toenmalig staatssecretaris Cees van der Knaap bij de uitreiking van een koninklijke onderscheiding aan de klokkenluider in 2003. Van der Knaap zei toen onder meer dat de wijze waarop Spijkers is opgetreden in de zaak-Ovaa hem ‘zijn baan en inkomen heeft gekost’.

Doorbraak
Ook op een tweede punt is voor Spijkers sprake van een doorbraak. In 1997 oordeelde de Centrale Raad dat het arbeidsconflict ‘in belangrijke mate’ was veroorzaakt door ‘de houding en opstelling van Spijkers, die zich heeft vastgebeten in het conflict en niet in staat is gebleken om in overleg met de minister tot een oplossing te komen’.

Hoofdschuldige
Op basis van alles wat er inmiddels bekend is, wijst de Centrale Raad in een herziene overweging nu de minister aan als de hoofdschuldige, die ‘een overwegend aandeel’ heeft gehad in de verstoorde arbeidsrelatie.

Rehabilitatie
Spijkers’ advocaat Geert-Jan Knoops zegt in een reactie dat ‘zonder meer’ sprake is van ‘een rehabilitatie’ van Spijkers. ‘Een dwaling is hierbij rechtgezet.’ Knoops spreekt van ‘een belangrijke uitspraak’, ook voor ‘personen die in de toekomst onverhoopt in een positie komen als die waarin de heer Spijkers kwam te verkeren

De volledige uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.