Nederland

Tot acht jaar cel voor corrupte douaniers op Schiphol

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Integriteit, Nationaal, News, Nieuws

Amsterdam, 6 juli 2017 – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tot acht jaar celstraffen geëist tegen twee douaniers die worden verdacht van het doorlaten van cocaïne op Schiphol. Zij voerden controles uit bij het internationale postkoeriersbedrijf DHL op de luchthaven en zouden zich hebben laten omkopen om bepaalde pakketten met drugs ongecontroleerd door te laten. 

Tegen de twee douaniers die worden verdacht van het doorlaten van cocaïne op Schiphol, heeft het OM eind juni celstraffen van zeven en acht jaar geëist. Vier andere verdachten, betrokken bij de drugssmokkel in deze zaak, moeten volgens de officier van justitie ook de gevangenis in. Zij worden onder andere verdacht van deelname aan een criminele organisatie. Tegen hen zijn celstraffen geëist, variërend van achttien maanden tot acht jaar.

Slinkse werkwijze op Schiphol

Via afgeluisterde gesprekken heeft het OM kunnen construeren hoe de grootschalige invoer van drugs zou hebben plaatsgevonden. Naar verluidt hebben de twee verdachte douaniers zichzelf ingeroosterd op dagen waarop de drugs arriveerden op de luchthaven, waardoor zij verantwoordelijk waren voor het verwerken en al dan niet door laten van de goederen. Indien de pakketten door het douanecentrum werden geselecteerd voor nadere inspectie, bewerkstelligden zij dat deze probleemloos de keuring doorkwamen. Bij zendingen die niet in aanmerking kwamen voor controle was hun taak eenvoudig: zonder enige bemoeienis zou het pakket belanden op het afgesproken adres. Voor het verrichten van deze handelingen verkregen de douaniers een aanbetaling, de volledige uitbetaling volgde na een succesvol transport.

Naar aanleiding van het strafrechtelijke onderzoek is gebleken dat in 2015 gepoogd is om, middels voornoemde constructie, drie kilo cocaïne te smokkelen vanuit Venezuela naar Nederland. De drugs zijn vermoedelijk tijdens de reis gestolen, aangezien de zending op het ontvangstadres is aangetroffen zonder de verwachte verdovende middelen. De werkwijze bleek eveneens gebruikt te zijn voor een (succesvolle) verzending van cocaïne later dat jaar. Ongeveer acht kilo werd vanuit Chili naar Nederland gesmokkeld, verwerkt in flessen olijfolie. De pakketten zijn in oktober 2015 in beslag genomen door het OM, alvorens deze vermoedelijk afgeleverd zouden worden op het bedrijf van één van de verdachte douaniers.

Een criminele organisatie

Het OM vermoedt dat de drugssmokkel via Schiphol structureel is en reeds gedurende een lange periode heeft plaatsgevonden. Met het oog op de duurzaamheid van deze gang van zaken zou zelfs sprake kunnen zijn van een criminele organisatie. Dit zijn ernstige feiten, “maar nog erger dan de invoer van cocaïne, is eigenlijk de structurele corruptie van douaniers”, aldus de behandelende officier van justitie. Het is immers juist aan de douaniers om zorg te dragen voor het voorkomen van de invoer van verboden middelen. Het feit dat ambtenaren in een dergelijke functie ‘zwichten voor het geld’ en zich laten omkopen, doet afbreuk aan het vertrouwen van de burger. De officier probeerde de ernst van deze zaak onder woorden te brengen door zijn requisitoir aan te vangen met de woorden: “wanneer de kat en de muis samenspannen, heeft de boer geen schijn van kans”.

Link met de Rotterdamse haven

Voornoemde douaniers bij Schiphol zijn niet de enigen binnen hun vakgebied die recentelijk in opspraak zijn gekomen wegens corruptie. Eerder deze week is douanier Gerrit G., voorheen werkzaam als douanier in de haven in Rotterdam veroordeeld voor passieve omkoping en betrokkenheid bij de invoer van verdovende middelen. Hij zou middels een vergelijkbare constructie containers waarin drugs werd vervoerd hebben doorgelaten zonder nadere inspectie van de vracht. Hij kreeg in eerste aanleg een onvoorwaardelijke celstraf van 14 jaar opgelegd.

Naast de drugssmokkel op Schiphol, verdenkt het OM drie personen – waaronder de onderhavige douaniers – van andere strafbare feiten zoals het voorhanden hebben van wapens en munitie en spullen ten behoeve van een professionele hennepkwekerij.

De uitspraak volgt naar verluidt op 21 juli aanstaande.