douanier

Douanier veroordeeld voor corruptie in de Rotterdamse haven

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Integriteit, Nationaal, News, Nieuws

Amsterdam, 5 juli 2017 – Gisteren veroordeelde de rechtbank in Rotterdam douanier Gerrit G. tot een celstraf van maar liefst 14 jaar. Uit het onderzoek onder de naam ‘Doussie’ is gebleken dat de douanier corrupt zou zijn en actief zou hebben bijgedragen aan het binnen smokkelen van grote hoeveelheden cocaïne, gedurende een lange periode. Tegenover deze bijdrage zou een compensatie staan van 7,5% van de straatwaarde van hetgeen hij binnenliet.

Gerrit G. werkte als ambtenaar bij de afdeling ‘pre-arrival’ van de douane in de Rotterdamse haven. Het was aan hem om, op grond van een aantal factoren, zelfstandig te beslissen of binnengekomen containers gecontroleerd moesten worden op verdovende middelen. Dienaangaande genoot hij vrijheid om containers te vrijwaren van nadere controle, waarna de (verboden) inhoud ongehinderd kon worden uitgeladen op een veilige plaats. Voor zijn bijdrage werd hij ruimschoots gecompenseerd: hij kreeg 7,5% van de straatwaarde van de verdovende middelen die hij door liet gaan. Inmiddels is hij wegens ernstige bedreigingen ondergebracht in een extra beveiligde gevangenis op een militair complex en is ook zijn dochter ondergedoken, uit angst voor represailles.

Het tumultueuze strafproces

Het uiteindelijke vonnis is niet zonder slag of stoot tot stand gekomen: na het uitspreken van de strafeis zijn nog diverse onderzoeksvragen gesteld en is de rechtbank – weliswaar zonder succes – tijdens de inhoudelijke behandeling vier keer gewraakt. Pijnpunten in deze zaak zijn onder andere de inzet van een criminele burgerinfiltrant en de opsplitsing van het onderzoek in afzonderlijke strafzaken. Het feit dat Gerrit G. dientengevolge in meerdere strafzaken voorkomt, wordt door de rechtbank niet als problematisch geacht. Bovendien gaat het om een complex en omvangrijk onderzoek met meerdere (deels niet-verklarende) verdachten, verspreid over maar liefst 31 zittingsdagen.

In de onderhavige zaak van Gerrit G. overwoog de rechtbank dat de corruptie, en de daaraan gelieerde drugssmokkel, het aanzien van de Rotterdamse haven heeft aangetast. Dit werkt volgens de rechtbank door op het aanzien van Nederland. Bovendien heeft Gerrit G., door het zich laten omkopen in de hoedanigheid van ambtenaar en douanier, het vertrouwen van de burger in het overheidsapparaat beschaamd en zijn positie misbruikt. De ernst van de feiten rechtvaardigen dan ook de opgelegde straf.

Douanier Gerrit G. als kroongetuige

Als de persoon van Gerrit G. nader wordt bekeken blijkt dat hij mogelijk een goede kandidaat is om als kroongetuige te fungeren in het verloop van deze corruptiezaak. Immers, hij heeft een hoge celstraf boven zijn hoofd hangen, was niet de initiator van de drugssmokkel en hij is niet eerder veroordeeld. Gezien de complexiteit en omvang van deze corruptiezaak kan het wenselijk zijn een dergelijke getuige in te zetten. Als ‘selecteur’ van de vracht beschikt hij naar waarschijnlijkheid over informatie omtrent de betrokken personen, de manieren van handelen en kan hij inzicht geven in de exacte omvang van de corruptie en de drugssmokkel.

Het potentiële belang van een kroongetuige is recentelijk onderstreept in de succesvolle inzet van maar liefst twee kroongetuigen in het passageproces, dat heeft geleid tot de veroordeling van meerdere verdachten. Een aanbod om een ‘kroongetuigedeal’ aan te gaan is volgens zijn advocaat Jan-Hein Kuijpers goed mogelijk, maar is tot op heden nog niet door het OM gedaan.

De raadsman stelt wel dat de celstraf “buiten proportioneel hoog is” en niet in verhouding staat voor straffen die zijn opgelegd in vergelijkbare drugszaken. De rechtbank overwoog op dit punt dat de door Kuijpers aangedragen zaken niet kunnen worden aangemerkt als ‘vergelijkbaar’, “nu de corruptieve handelingen erop waren gericht grote hoeveelheden cocaïne ons land in te brengen”. Daarnaast benadrukt Kuijpers dat Gerrit G. werd gedwongen om mee te werken aan de smokkel en derhalve aangemerkt kan worden als gedeeltelijk slachtoffer. Bovendien zou de rechtbank vooringenomen zijn.

Tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam is door de raadsman dezelfde dag nog hoger beroep aangetekend, zoals bleek uit zijn opmerking in het tv-programma ‘Jinek’.