olieman

Drie jaar cel geëist tegen de corrupte ‘olieman’ van Defensie

Lotte RooijendijkAlgemeen, Belangenverstrengeling, Corruptie, Feature, Klokkenluiders, Nationaal, Nieuws

Amsterdam, 24 januari 2018 – De Rotterdamse rechtbank heeft op 10 januari jl. drie jaar gevangenisstraf geëist tegen de voormalig wagenparkbeheerder van het ministerie van Defensie, ‘olieman’ Jacques H. Deze eis werd uitgesproken in de zogenoemde zaak Dotterbloem, een vermeende corruptiezaak rond de aanbesteding van politieauto’s en auto’s voor Defensie, die aan het licht werd gebracht door een klokkenluider. Het omvangrijke onderzoek rond deze corruptiezaak loopt al meerdere jaren.

Het proces waar Jacques H. als hoofdverdachte geldt, is een omvangrijk proces over corruptie bij de aanbesteding van voertuigen voor Defensie en politie. In ruil voor gevoelige informatie over defensieaankopen kreeg H. allerlei ‘traktaties’ van de autobranche. Volgens een interne commissie was de band tussen Jacques H. en de autobranche zo innig en langdurig dat er schijn van belangenverstrengeling was ontstaan. Vanwege zijn grote netwerk in de autobranche werd H. bij Defensie bestempeld als de ‘olieman’.

Gevoelige informatie

Door het doorspelen van gevoelige informatie zou de Volkswagen-importeur Pon grote invloed hebben verworven bij de aanbestedingen voor 13.000 politieauto’s en 1.600 auto’s voor Defensie. Met de contracten waren honderden miljoenen euro’s gemoeid. In ruil voor deze contracten boden de medewerkers van Volkswagen-importeur Pon onder meer kortingen bij de aanschaf van auto’s en reisjes naar de Olympische Spelen van Athene, Turijn en Vancouver en minicruises in de Middellandse Zee.

Dit blijkt uit een interne mailwisseling tussen twee voormalig Pon-medewerkers. In deze mailwisseling schrijven de Pon-medewerkers dat zij H. willen ‘plezieren’, zodat ‘die grote zak geld grotendeels bij ons terechtkomt, in ruil voor wat glimmend blik’. In een van de mails wordt erop aangestuurd dat H. zou kunnen deelnemen aan een reis naar Spanje. Bovendien blijkt uit één van de mails dat H. zelf ook aandrong op dergelijke reisjes. Zo schreef een Pon-medewerker dat H. ‘zijn tripje nog niet helemaal verdiend’ had.

Rechtszaak rondom ‘olieman’

Tijdens de tweede zittingsdag bij de rechtbank in Rotterdam werd H. geconfronteerd met de mails. Hij reageerde met de opmerking dat dergelijke reizen destijds gebruikelijk waren ‘in die wereld’. Volgens de 65-jarige H. ‘was het niet meer of minder dan relatiebeheer en stelde het verder niet zo gek veel voor’. Bovendien wees hij erop dat de gedragsregels – compliance– rond dergelijke reizen door de jaren heen zijn veranderd. Uit onderzoek van de Rijksrecherche blijkt ook dat H. vertrouwelijke informatie lekte. Volgens H. was dat echter niet bedoeld om partijen te bevoordelen.

Schikkingen

Niet alleen Pon, maar ook importeurs van Peugeot en Renault hebben de topambtenaar bij Defensie in hun voordeel weten te winnen. ‘Olieman’ Jacques H. kreeg in totaal 26 reizen aangeboden; twaalf van Pon, elf van de importeurs van Peugeot en drie van Renault. In totaal is er door de auto-importeurs tienduizenden euro’s uitgegeven aan de reisjes. Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) heeft reeds op 28 december 2016 het omkopingsonderzoek waarin Peugeot betrokken was, afgerond met een transactie van twee miljoen euro. Het OM verwijt Peugeot ongeoorloofde giften aan Jacques H. te hebben verstrekt. Ook auto-importeur Pon heeft reeds in 2016 strafvervolging afgekocht door middel van een schikking ter waarde van 12 miljoen euro.

Voormalig minister van Defensie

In de zaak Dotterbloem staan zes (voormalige) Rijksambtenaren terecht – vier van het ministerie van Defensie en twee van de politie – alsook vijf oud-medewerkers van autobedrijven. Tijdens de marathonzitting die tot en met 16 januari duurde en in totaal vijftien dagen besloeg, is ook voormalig minister van Defensie, Hans Hillen (CDA), als getuige gehoord. Dit getuigenverhoor draait om een uitspraak van Hillen in 2014 bij de Rijksrecherche. Daaruit liet hij blijken hoe hij baalde dat hij onder druk van de publiciteit en de interne commissie aangifte had moeten doen tegen Jacques H. Hillen liet H. overplaatsen en vond dat genoeg, zo bleek uit het verhoor bij de rijksrecherche. Als hij namelijk tegen elke ambtenaar die iets verkeerds deed aangifte had moeten doen, ‘dan zou de rijksrecherche omkomen in het werk’, aldus zijn redenering.