Utrecht

Provincie Utrecht dreigt met aangifte tegen klokkenluider na beschuldiging wanbeleid

Bart VolleberghAlgemeen, Belangenverstrengeling, Feature, Integriteit, Klokkenluiders, Nationaal, Nieuws, Overheid

Amsterdam, 14 februari 2019 – Sinds januari dit jaar ontvangt de Provincie Utrecht geen geld meer van het Rijk. Aanleiding is de aanleg van de Uithoflijn, de tramverbinding tussen Utrecht Centraal en het universiteitscomplex in het oosten van de stad. Hierbij zouden zich financiële onregelmatigheden hebben voorgedaan, waardoor accountantskantoor EY nu weigert de jaarrekening van 2017 goed te keuren. Een klokkenluider trok aan de bel over het vermeende wanbeleid bij het Provinciebestuur.

Totdat de jaarrekening is vastgesteld ontvangt de Provincie Utrecht de wekelijkse toelage van €1,4 miljoen niet, meldt het FD. De aanleg van de Uithoflijn is gepaard gegaan met meerdere incidenten. Zo zou de tram eigenlijk in juli 2018 beginnen met rijden, maar is dit inmiddels uitgesteld tot december 2019. De extra kosten voor de anderhalf jarige vertraging van het project bedragen nu €84 miljoen, waardoor de uiteindelijke kosten op €485 miljoen uitkomen.

Provincie Utrecht overweegt aangifte tegen klokkenluider

De klokkenluider beweert dat er €10 miljoen is overgemaakt naar aannemer BAM, waarvan onduidelijk is wat daarmee is gedaan. Gedeputeerde Dennis Straat zegt in een interview met RTV Utrecht dat er “geen enkel bedrag is betaald dat niet onderbouwd kan worden”. Hij beticht de klokkenluider van kwaadsprekerij en ergert zich aan de constante negatieve berichtgeving rondom het project. De Provincie overweegt aangifte te doen tegen de klokkenluider wegens het schenden van de geheimhoudingsplicht. De informatie zou afkomstig zijn uit een geheim rapport van forensisch onderzoeksbureau Integis of uit interviewverslagen die gebruikt zijn voor de onderbouwing van het onderzoek.

De Provincie Utrecht overweegt daarnaast aangifte te doen wegens het lekken van vertrouwelijke informatie over een “persoonlijke aangelegenheid”. De Telegraaf meldde op 2 februari dat de klokkenluider €95.000 bij het Provinciebestuur heeft geëist in ruil voor zijn stilzwijgen. Bij betaling zou de ontslagen manager afzien van “verdere activiteiten en geen verdere kosten veroorzaken”.  Toen de provincie dit weigerde, besloot hij anoniem naar de pers te stappen en wendde hij zich tot de oppositie in de Provinciale Staten.

Volgens het Provinciebestuur valt de klokkenluider niet meer onder de beschermingsclausule voor klokkenluiders, omdat hij blijft volharden in ernstige beschuldigingen waarvoor hij nimmer een concreet bewijs of aanwijzing heeft kunnen leveren. De beschuldigingen zouden “zeer uitgebreid en onafhankelijk zijn onderzocht, met als conclusie dat zij niet houdbaar zijn”. Hiermee is de grens tussen klokkenluiden en laster overschreden, meldt het bestuur in een memo.

Mogelijke belangenverstrengeling

De rol van provinciedirecteur Rob Brugts staat ook onder druk. Hij is verantwoordelijk voor de aanleg van de tramlijn en was eerder via een BV betrokken bij aannemer BAM. Hij verzweeg dat hij aandelen had in BAM en vermeldde evenmin dat een zakenpartner van hem in opdracht van BAM werkte aan de lijn, schreef NRC in november 2018.

Brugts ontsloeg de klokkenluider in kwestie in 2016, omdat hij zijn ‘’eigen koninkrijk’’ zou hebben gebouwd en BAM tot vijand van stad en provincie zou hebben gemaakt. Hiermee wordt de indruk gewerkt dat BAM onterecht bevoordeeld zou kunnen zijn en belangenverstrengeling plaats heeft gevonden. Uit het hierop volgende integriteitsonderzoek door Integis en de Rekenkamer is echter nooit een concrete aanwijzing van belangenverstrengeling bewezen. Wel bleek dat BAM meer werk mocht uitvoeren voor een prijs die pas achteraf werd bepaalden keurde Brugts extra projecten voor BAM goed, terwijl dit eigenlijk de taak was van de wethouder en de gedeputeerde.