Vijlbrief

Veel moties, weinig toezeggingen in debat over partijfinanciering

Anne Scheltema BeduinAlgemeen, Belangenverstrengeling, Feature, Integriteit, Internationaal, Nationaal, Nieuws, Politiek, Wetgeving

Amsterdam, 3 juni 2019 – In een recent debat over de financiering van politieke partijen heeft minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) de Tweede Kamer weinig toezeggingen gedaan. De minister blijft ondanks negen ingediende moties grotendeels achter haar oorspronkelijke plannen staan om buitenlandse financiering van Nederlandse partijen afkomstig uit EU-landen toe te blijven staan. Wel lijkt er voorzichtig ruimte te komen voor een onafhankelijke toezichthouder in een nieuwe Wet op politieke partijen.

EU-geldstromen buiten schot

In het debat drongen verschillende oppositiepartijen erop aan ook een verbod in te stellen op de financiering van Nederlandse politieke partijen door buitenlandse donateurs van binnen de EU. Deze wens ligt in lijn met de aanbeveling die begin vorig jaar werd gedaan door de commissie Veling in haar rapport Het publieke belang van politieke partijen. De commissie adviseert in het rapport enkel een uitzondering te maken voor giften die door kiesgerechtigde Nederlandse staatsburgers in het buitenland worden gedaan. De minister laat echter weten nog steeds niets te zien in het verbieden van Europese donaties: ‘Er is binnen de EU vrij verkeer van kapitaal. We kunnen geen onderscheid maken tussen giften uit Nederland en andere EU-lidstaten.’ Daarmee ligt de weg van buitenlandse politieke beïnvloeding echter nog steeds open, temeer omdat het voor schenkers van buiten Europa niet bepaald lastig lijkt om via een Europese dekmantel alsnog geld door te sluizen naar Nederland.

Opening voor onafhankelijk toezichthouder

Een tweede heet hangijzer met betrekking tot de financiering van politieke partijen is de discussie over een onafhankelijke toezichthouder. Momenteel is de Commissie toezicht financiën politieke partijen (Ctfpp) hiervoor verantwoordelijk, maar deze valt direct onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eerder raadde GRECO, het Europese anti-corruptieorgaan, Nederland daarom al aan om de geldstromen naar politieke partijen te laten monitoren door een meer onafhankelijk orgaan.

Als reactie op de motie van Tweede Kamerlid Den Boer (D66) over het instellen van een dergelijke onafhankelijke toezichthouder laat de minister weten hiervoor nog geen aanleiding te zien bij de aanstaande wijziging van de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). De Wfpp, die uit 2013 stamt, wordt vermoedelijk dit najaar herzien. Wel kan Ollongren zich voorstellen dat een onafhankelijke toezichthouder onderdeel gaat uitmaken van een nieuwe Wet op politieke partijen. Dat biedt een voorzichtige, maar daarom niet minder welkome opening. De behandeling van deze nieuwe wet, die een veel breder takenpakket gaat omvatten dan de huidige Wfpp, staat voor volgend jaar op de agenda.