draaideur

Draaideurpolitiek bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Lotte RooijendijkAlgemeen, Belangenverstrengeling, Integriteit, Politiek, Wetgeving

Amsterdam, 6 september 2022 (door Luuk van Roozendaal en Daniëlle Graman) – Focco Vijselaar, voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat stapt over naar ondernemersvereniging VNO-NCW. Hij vormt hiermee het zoveelste voorbeeld van de draaideurpolitiek in Nederland.  

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat weten dat Vijselaar per direct stopt bij EZK om in april 2023 officieel te starten als algemeen directeur bij VNO-NCW. De inwerkperiode start in januari 2023, waarbij Vijselaar dus een ‘afkoelperiode’ hanteert van vier maanden. Via LinkedIn meldt het ministerie dat er ‘zorgvuldig is nagedacht’ over deze periode om belangenverstrengeling te voorkomen. 

Lobbyverbod en afkoelperiode 

Dit is het zoveelste voorbeeld van draaideurpolitiek in Den Haag. De overstap van politiek naar lobby gebeurt regelmatig, wat (de schijn van) belangenverstrengeling kan veroorzaken. Een recentelijk controversieel voorbeeld was de overstap van oud-Minister Cora van Nieuwenhuizen naar Vereniging Energie Nederland, een belangenorganisatie van de energiesector. Naar aanleiding van deze controversiële overstap is het lobbyverbod voor oud-bewindspersonen opnieuw aangescherpt. Dit houdt in dat oud-bewindspersonen twee jaar lang niet mogen lobbyen op het ministerie waar ze werkzaam waren. Op basis van de initiatiefnota Dassen-Omtzigt wordt er ook nagedacht over een algehele afkoelperiode voor bewindspersonen, wat ongeacht de sector de draaideur voor bewindspersonen voor een bepaalde periode zal beperken.  

Gebrek aan regels voor ambtenaren

Deze regels gelden echter alleen voor bewindspersonen en niet voor topambtenaren als Vijselaar. De enige regeling waar zij zich aan moeten houden is de Gedragscode Integriteit Rijk. Hierin staat dat men moet nadenken over botsing van belangen bij het aannemen van een nieuwe positie. Er zijn dus geen duidelijke regels over wat wel en niet acceptabel is, noch voor hoe lang een eventuele afkoelperiode zou moeten zijn. De casus Vijselaar is een goed voorbeeld dat dit soort zelfregulering ontoereikend is in het tegengaan van belangenverstrengeling. Ook als er geen formele afkoelingsperiode is, is een wachttijd van minimaal een jaar verstandig om (de schijn van) belangenverstrengeling tegen te gaan, zeker in een tijd van publiek wantrouwen in de overheid.

Geen vooruitgang op integriteit

Het laat ook opnieuw zien dat er amper voortgang wordt geboekt op integriteit in Nederland. Al in 2019 kwam GRECO met een set aan aanbevelingen voor integriteitsbevordering, waaronder het opstellen van een heldere gedragscode voor topambtenaren en onafhankelijk toezicht hierop. Deze boodschap werd in het nalevingsverslag uit 2021 herhaald nadat bleek dat geen van de aanbevelingen in volledigheid was opgevolgd. Het is daarom hoog tijd dat er duidelijke regels worden opgesteld, niet alleen voor bewindspersonen maar ook voor hooggeplaatste ambtsdragers. Dit komt het vertrouwen in de overheid uiteindelijk ten goede.