sleepwet referendum

De sleepwet maakt vertrouwelijke communicatie (te) moeilijk

Lotte RooijendijkAlgemeen, Feature, Klokkenluiders, Nationaal, Opinie, Wetgeving

Amsterdam, 9 maart 2018 – De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), waarover kan worden gestemd tijdens het raadgevend referendum op 21 maart, kan mogelijk leiden tot een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting en als onderdeel daarvan het recht om vertrouwelijk te communiceren. Het grootste bezwaar tegen de Wiv, ook wel de sleepwet genoemd, vindt Transparency International Nederland het niet meer voldoende kunnen beschermen van journalistieke bronnen.

Voor de journalistiek zijn bronnen van onschatbare waarde, in het bijzonder ook melders die ernstige misstanden onthullen door als insider te kiezen voor het openbaren van (soms vertrouwelijke) informatie via de pers. Een voorbeeld is de grootschalige belastingontwijking die aan het licht is gebracht door LuxLeaks en meer recentelijk de Panama Papers. Indien de bron bekend wordt, kan deze zware repercussies zoals ontslag, vernedering en juridische procedures verwachten. Journalisten die misstanden in de openbaarheid brengen, moeten daarom hun bronnen effectief kunnen beschermen.

Sleepwet tast bronbescherming aan en schrikt klokkenluiders af

Op 11 juli 2017 ging de Eerste Kamer akkoord met een nieuwe Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), ook wel de sleepwet genoemd. Deze wet staat inlichtingendiensten toe om op grote schaal meerdere soorten gegevens te onderscheppen. Ook bevestigde minister Plasterk dat de nieuwe wet toestaat dat anonieme bronnen van journalisten achterhaald worden. Bovendien kunnen de gegevens die van Nederlandse burgers worden verzameld, die mag onbeluisterd en ongelezen worden doorgegeven aan buitenlandse inlichtingendiensten. Ook daar kunnen journalistieke bronnen tussen zitten. Het was al niet goed gesteld met de bescherming van bronnen in Nederland en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft ons land dan ook meermaals veroordeeld voor haar gebrekkige bronbescherming. Desalniettemin werd een amendement (ingediend door D66) om journalistieke bronbescherming te verzekeren in de Wiv, verworpen door de Tweede Kamer.

De nieuwe wet zorgt ervoor dat de veiligheid en anonimiteit van bronnen niet meer gegarandeerd kan worden. De gebrekkige bronbescherming leidt ertoe dat nog maar weinig mensen de cruciale stap durven te zetten hun informatie te delen. Nu de Eerste Kamer ingestemd heeft, zal de omstreden wet per 1 mei 2018 in werking treden. Dat is niet het einde van de strijd: op 21 maart is er een raadgevend referendum over de sleepwet, zodat de Nederlandse bevolking zich hierover uit kan spreken. Daarnaast presenteerde GroenLinks op 2 maart 2018 een alternatief voor de sleepwet. Deze ‘reparatiewet’ zou bij een ‘nee’ tijdens het aankomende referendum de huidige sleepwet op cruciale punten amenderen.

Aanpassingen sleepwet

In de reparatiewet doet GroenLinks concrete wijzigingsvoorstellen voor de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (WIV) op drie terreinen: ten eerste wordt het sleepnet uit de wet gehaald en mag er alleen gericht communicatie worden afgetapt door de inlichtingendiensten. Daarnaast wordt geregeld dat Nederland geen informatie aan buitenlandse geheime diensten mag doorgeven zonder de inhoud daarvan te kennen, en dus de gevolgen te overzien. Tot slot wordt de wet gewijzigd om journalistieke bronbescherming en het medisch beroepsgeheim te waarborgen.

Transparency International Nederland (TI-NL) maakt zich in het bijzonder zorgen om de gebrekkige bronbescherming en de afschrikwekkende werking van de wet op potentiële melders van misstanden. De essentie van een sleepnet is dat het alles binnensleept. Daar zitten dus vanzelfsprekend ook gegevens bij die in Nederland eigenlijk beschermd zijn. TI-NL vindt dat de Sleepwet aanzet tot zelfcensuur en bronbescherming van journalisten onmogelijk maakt. Bovendien wordt hiermee het verschoningsrecht van journalisten niet serieus genomen en zullen klokkenluiders minder snel bereid zijn gevoelige informatie te delen.

De EHRM definieert een “bron” als “any person who provides information to a journalist”. En volgens het EHRM omvat informatie die een bron identificeert: zowel “the factual circumstances of acquiring information from a source by a journalist” als “the unpublished content of the information provided by a source to a journalist”. Dit zijn ruime definities die wenselijk zijn voor de bescherming van een bron. In de definitie van bron in de Wiv hoort dus niet thuis dat de informatie verstrekt is onder de voorwaarde dat dit anoniem geschiedt en evenmin dat het verstrekken van de informatie gericht was op openbaarmaking. Ook wanneer de informatie slechts ter achtergrond verleend is, moet een bron beschermd worden. De definities van bron en van de verstrekte informatie zouden dus verruimd moeten worden.

Goede bescherming cruciaal in democratische rechtsstaat

Bij gebrek aan goede bescherming treedt een zogeheten chilling effect op. Dit leidt ertoe dat nog maar weinig mensen de cruciale stap durven te zetten zich uit te spreken tegen misstanden door hun informatie te delen met journalisten. De maatschappelijke rol van de journalist als “waakhond van de samenleving”, die handelt in het belang van de informatievoorziening en het openbare debat in de democratie, wordt hiermee uitgehold. Daarom acht TI-NL het van groot belang dat het recht op journalistieke bronbescherming ook rechtstreeks in de Nederlandse wetgeving verankerd wordt.

Als intern op de werkvloer of extern melden bij het Huis voor Klokkenluiders of andere bevoegde autoriteiten geen optie (meer) is, moeten journalisten vertrouwelijk toegankelijk zijn voor diegenen die informatie hebben over machtsmisbruik, belangenverstrengeling en andere maatschappelijke misstanden. Door een gebrek aan goede bescherming van bronnen zullen potentiële melders van misstanden minder snel bereid zijn gevoelige informatie te delen. Dit schaadt de nieuwsvoorziening. En als een goede nieuwsvoorziening ontbreekt, hapert de democratie.

Wij kijken uit naar 21 maart, de dag dat de lente begint en de dag dat we maar liefst twee keer mogen stemmen: één keer op een goede kandidaat in de gemeenteraadsverkiezingen en één keer in het laatste nationale referendum voor lange tijd. Welke bevoegdheden willen wij aan onze veiligheidsdienst geven en waar trekken we de grens?