achterkamertjespolitiek

Code met minimale eisen broodnodig bij tegengaan achterkamertjespolitiek

Lotte RooijendijkAlgemeen

Amsterdam, 27 juni 2018 (door Antonie Kerstholt) – Om achterkamertjespolitiek bij belangrijke benoemingen in de publieke sector tegen te gaan kan een nieuwe Code met minimale eisen die aan een bestuurder of toezichthouder gesteld mogen worden wellicht uitkomst bieden. Recent ontstane commotie over enkele vacante posities tonen dat wel aan.

Benoeming Thom de Graaf bij de Raad van State

De benoeming van D66 senator Thom de Graaf tot vice-voorzitter van de Raad van State heeft tot veel discussie geleid. Niet alleen vanwege het vermoeden dat de benoeming al grotendeels geregeld was tijdens de coalitieonderhandelingen van het huidige kabinet. Maar vooral omdat volgens de politieke opvattingen van de Graaf de Koning geen lid meer zou mogen zijn van de regering en ook geen voorzitter van de Raad van State. En uitgerekend deze politicus solliciteert op deze belangrijke baan. En accepteert zonder enige gêne of schaamte de aangeboden kruiwagen die hem aangereikt is en welke tot zijn benoeming moest leiden. En dit is niet het enige voorbeeld van kruiwagens die aan incompetente kandidaten voor specifieke publieke topfuncties worden aangereikt.

Halbe Zijlstra en de vacature bij de Wereldbank

Zo vindt Mark Rutte bijvoorbeeld dat partijgenoot Halbe Zijlstra competent en geschikt is om voorgedragen te kunnen worden voor een topfunctie bij de Wereldbank. Een onbegrijpelijk standpunt gezien de achtergrond en feitelijke competenties van Zijlstra. En een regelrechte schoffering van diverse Nederlandse topkandidaten waaronder economen met aantoonbaar betere papieren voor deze vacant komende internationale functie. Potentiële topkandidaten die met deze achterkamertjespolitiek bewust worden gepasseerd om vriendjes met minder kwaliteiten benoemd te krijgen.

Code minimale functie-eisen in publieke domein 3.0

Deze voorbeelden tonen aan dat het de hoogste tijd wordt deze achterkamertjespolitiek bij belangrijke benoemingen in de publieke sector 3.0 in onze huidige participatiesamenleving tegen te gaan. Door bijvoorbeeld een Code met minimale functie eisen voor belangrijke bestuurs- en toezichthoudende functies in te voeren. Onderstaande minimale eisen voor een belangrijke benoeming in het publieke domein 3.0 kunnen misschien een eerste aanzet daartoe zijn.

  • Aantoonbare competenties, bij voorkeur getest in het bedrijfsleven, om complexe organisaties te leiden en richting te geven
  • Allergisch zijn voor machtsmisbruik en bevoordeling familie, vrienden en bekenden
  • Bij voorkeur geen gebondenheid aan een politieke partij
  • Aantoonbaar in staat zijn om zelf de broek op te kunnen houden en niet van gemeenschapsgeld afhankelijk te zijn
  • Een open en transparante persoonlijkheid met gevoel voor andersdenkenden in de organisatie
  • Gewend met weerstand om te gaan zonder naar het middel macht te hoeven grijpen
  • Tegenspraak zien als een middel om veranderingen door te kunnen voeren
  • Misstanden eerder wegwerken en oplossen dan ze ontdekt worden
  • Integriteit in woord en daad vanzelfsprekend achten als een motor waar de publieke organisatie op draait
  • Gewend zijn uitsluitend functies te aanvaarden op basis van geschiktheid en feitelijke competenties. En voorspraak en kruiwagens te negeren
  • Corruptie en verkeerd gebruik van macht snel kunnen herkennen en weten te pareren

Uiteraard kunnen bovenstaande eisen worden aangevuld met andere belangrijke minimale eisen voor dit soort functies. Alleen op deze wijze kan het publieke domein 3.0 in onze huidige samenleving geleid en bestuurd worden door aantoonbare competente en integere topfunctionarissen.