hoofdverdachten

Celstraffen voor twee hoofdverdachten in het Vestia-schandaal

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Fraude, Nationaal, Nieuws, Rechtspraak, Witwassen

Amsterdam, 18 juli 2018 – De rechtbank in Rotterdam heeft woensdag twee hoofdverdachten in het Vestia-schandaal veroordeeld tot drie en 2,5 jaar gevangenisstraf. De rechtbank acht bewezen dat Vestia-kasbeheerder Marcel de Vries zich schuldig heeft gemaakt aan omkoping, oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen en financieel tussenpersoon Arjan Greeven aan omkoping en fraude. Twee andere verdachten kregen een taakstraf en een boete. Drie verdachten zijn vrijgesproken.

Vestia was ooit de grootste woningcorporatie van Nederland. Marcel de Vries was kasbeheerder bij Vestia en Arjan Greeven financieel tussenpersoon. Jarenlang sloten ze bij banken honderden contracten af – met een totale waarde van 23 miljard euro –  voor zogenaamde derivaten, riskante financiële producten die tegen rentestijgingen beschermen. De twee hoofdverdachten zouden voor deze contracten zelf ruim 20 miljoen euro aan commissie hebben opgestreken die ze onderling verdeelden. Het ging mis toen de rente fors daalde en de speculaties met derivaten leidde in 2012 bijna tot de ondergang van Vestia. De banken eisten toen miljarden euro’s als onderpand.

De hoofdverdachten

Arjan Greeven, als makelaar van zakenbanken, bemiddelde bij rentederivaten en leningen die banken afsloten met woningcorporatie Vestia. Tussen 2004 en 2011 verdiende Greeven met de afsluitcommissies 20 miljoen euro. De rechtbank acht bewezen dat hij daarvan de helft doorbetaalde aan de kasbeheerder van Vestia. Beide verdachten hebben ruimschoots geprofiteerd van de omkoping. De kasbeheerder deelde mee in de door de banken aan de makelaar uitbetaalde afsluitprovisie. De makelaar profiteerde van de transacties die de kasbeheerder bij hem aanbracht.

Marcel de Vries zou bij Vestia de volledige vrijheid en bevoegdheid hebben gehad om contracten aan te gaan. Interne controle op zijn handelen was er nauwelijks. De Vries heeft altijd benadrukt dat hij het belang van Vestia voorop heeft gesteld, maar hij diende vooral zijn eigen belang dat hem miljoenen opleverde.

De kasbeheerder zou zijn ‘extra’ inkomsten en samenwerking met de makelaar van zakenbanken niet hebben gemeld bij zijn werkgever. Dat is in strijd met het Financieel Statuut van Vestia. Ook leest de uitspraak dat hij e-mails verwijderde waaruit de relatie met Arjen Greeven en de afsluitprovisie bleek. Toen de situatie uit de hand dreigde te lopen, heeft hij volgens de rechtbank de volledige e-mailcorrespondentie met Arjen Greeven verwijderd en hem gevraagd hetzelfde te doen. Tenslotte zou de kasbeheerder de steekpenningen hebben witgewassen door het geld te besteden aan onder andere de financiering van zijn hypotheek, de verbouwing en inrichting van zijn woning, kleding en exclusieve wijnen.

Gedreven door hebzucht

Volgens de rechtbank in Rotterdam die dinsdag de uitspraak deed werden de twee gedreven door hebzucht en overschreden ze daardoor grenzen. Greeven stapte uiteindelijk zelf naar het Openbaar Ministerie en bekende de fraude. Kasbeheerder De Vries heeft altijd ontkend dat hij strafbare feiten pleegde. In de Vestia-zaak kregen twee andere verdachten een taakstraf en een boete voor het medeplegen van omkoping. Drie verdachten, onder wie de vader en de ex-partner van Greeven, zijn vrijgesproken.

“Dat extreme afsluitprovisies door de banken bijdragen aan de verleiding van het grote geld doet niets af aan de eigen verantwoordelijkheid van de individuele ondernemer of werknemer”, leest het persbericht van de rechtbank Rotterdam. Opvallend is dat hoewel is vastgesteld dat beide verdachten ruimschoots hebben geprofiteerd van de omkoping, vooralsnog geen geldboetes zijn uitgedeeld aan de twee.