verlenging vergunning gebruik glyfosaat

Achtergrond: hoe de glyfosaatlobby haar zin kreeg

Sjoerd EppingaBelangenverstrengeling, Europees, Integriteit, Lobbyen, Milieu / klimaat

Amsterdam, 16 november 2023 – De Europese Commissie geeft toestemming voor de tienjarige verlenging van glyfosaatgebruik. Tegenstanders van het middel stellen dat de huidige toetsingskaders onvoldoende rekening houden met de gezondheidsrisico’s van glyfosaat. Het voorstel haalde de afgelopen weken tot twee keer toe de benodigde gekwalificeerde meerderheid in de Raad van de EU niet. De Commissie mag daarom zelfstandig de knoop doorhakken op het dossier, in het voordeel van glyfosaatgebruik. Nederland onthield zich, tegen de wens van de Kamer in, tweemaal van stemming.

In 2019 dient de ‘Glyphosate Renewal Group’ (GRG) een aanvraag in bij de Europese Commissie voor de verlenging van de vergunning van het bestrijdingsmiddel glyfosaat. Bij de aanvraag van zo’n vergunning moet de aanvrager zelf aantonen dat het bestrijdingsmiddel veilig is voor mens en leefomgeving. Wereldwijd is er echter grote kritiek op gebruik van glyfosaat. Volgens de WHO heeft het bestrijdingsmiddel kankerverwekkende eigenschappen. Daarbij wijzen wetenschappers op het mogelijke verband tussen blootstelling aan glyfosaat en het ontstaan van aandoeningen als parkinson. Onderzoeken naar dit verband werd door de industrie jarenlang onder de pet gehouden en getraineerd. Een Nederlandse coalitie tegen het bestrijdingsmiddel én een Kamermeerderheid riepen demissionair minister Adema op om tegen het voorstel in de Raad te stemmen. Adema heeft er tot twee keer toe voor gekozen om zich namens Nederland van stemming te onthouden. Dat kabinetsbeleid heeft er mede toe geleid dat het gebruik van glyfosaat wordt verlengd. De Europese Commissie heeft namelijk, wanneer er na twee stemmingen geen gekwalificeerde meerderheid is, het mandaat zelfstandig tot goedkeuring te besluiten.

Monsanto en de markt voor glyfosaat

Het middel glyfosaat is een veelvoorkomend bestandsdeel in bestrijdingsmiddelen en onkruidverdelgers in de landbouw. In de jaren ’70 bracht Monsanto, inmiddels opgegaan in chemiereus Bayer, het middel op de markt onder de naam ‘RoundUp’. Na de overname van Monsanto is Bayer in de VS de afgelopen tijd herhaaldelijk in de problemen gekomen door schadeclaims van mensen die stellen dat ze kanker hebben gekregen als gevolg van blootstelling aan het middel.

Uit de ‘Monsanto papers‘ is daarbij gebleken dat het bedrijf al vroeg op de hoogte was van de gevaren van het gebruik van RoundUp. Ze kozen er echter voor om onwelgevallige onderzoeken in twijfel te trekken, en eigen onderzoek bij controlerende instanties naar voren te schuiven ter verdediging van het middel. Chemiebedrijven verdienen in, bijvoorbeeld, de VS en Argentinië ondertussen goud geld door naast het bestrijdingsmiddel óók gemodificeerde zaden te verkopen voor glyfosaatbestendige gewassen.  Transparency International Nederland (Transparency) schreef destijds over hoe gebrek aan openheid, door een beroep te doen op het bedrijfsgeheim, een gevaar voor publieke veiligheid en toezicht vormt.

Kritiek op glyfosaatgebruik

Wereldwijd bestaat er al lang kritiek op het gebruik van glyfosaat in bestrijdingsmiddelen. Zo categoriseert het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) van de WHO glysofaat sinds 2015 als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen‘. Verder blijkt tussen 1999 en 2001 al dat glyfosaat, ook in lagere doseringen, zenuwschade kan veroorzaken. Syngenta, een andere producent van een bestrijdingsmiddel met glyfosaat, doet in die periode dierproeven met het landbouwgif. Dit naar aanleiding van zorgen over het middel bij het Amerikaanse mileuagentschap EPA. Uit dit onderzoek op jonge ratten bleek dat de motorische activiteit na blootstelling aan een relatief lage dosering in sommige gevallen met wel 70 procent afnam.

De rapportage van het onderzoek van Syngenta komt echter niet in Europa terecht. In 2017 werd glyfosaatgebruik voor vijf jaar verlengd door de Commissie. De ‘Glyphosate Task Force‘ (nu omgedoopt tot de GRG), waar Syngenta onderdeel van uitmaakt, verzaakt de studie mee te leveren in het veiligheidsdossier bij de vorige beoordelingsprocedure. Daarbij leunt de EFSA in haar beoordeling destijds sterk op twee studies waarvan achteraf blijkt dat er door Monsanto mee gerommeld is. Ondanks de zorgen van de WHO en verschillende bewijzen voor gezondheidsrisico’s slaagt de Task Force er in 2017 in om glyfosaat als veilig te laten bestempelen.

De herbeoordelingsprocedure

De kritiek op glyfosaat lijkt ook nu weinig gehoor te vinden in de herbeoordelingsprocedure. De GRG, waar Bayer en Sygenta onderdeel van uitmaken, dient in 2019 een aanvraag in voor de verlenging van glyfosaatgebruik. Hieropvolgend heeft de ‘Assessment Group on Glyphosate’, bestaande uit vier rapporterende lidstaten (waaronder Nederland), een beoordeling van de bestaande literatuur en onderzoeken uitgevoerd om de mogelijke risico’s van het middel in kaart te brengen. Op basis van dit rapport heeft de EFSA geconstateerd dat er ‘geen kritieke punten van zorg‘ zijn voor het gebruik van glyfosaat. Ook het Europese Chemicaliën Agentschap (ECHA) ziet geen bewijs voor de classificatie van glyfosaat als kankerverwekkend, mutageen en reprotoxisch. Derhalve heeft de EFSA het middel ook nu weer als veilig bestempeld. In lijn met deze conclusie adviseerde het Ctgb, het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, demissionair minister Adema om in de Raad vóór het verlengen van de vergunning op glyfosaat te stemmen.

Hoe de slager zijn eigen vlees keurt

Een groot kritiekpunt op deze Europese beoordelingsmethode is dat de aanvrager van de verlenging zelf een dossier moet aanleveren dat bewijst dat de stof geen risico vormt voor de leefomgeving of de gezondheid van de mens. De Europese evaluatie van de risico’s wordt derhalve voor een aanzienlijk deel gebaseerd op studies en onderzoeken die gefinancierd worden door de producenten van glyfosaat. Echter zijn deze bedrijven in het verleden bewust ontransparant geweest over de intern bekende risico’s van het middel. Gedreven door een sterke financiële prikkel om glyfosaat op de markt te houden. In de nasleep van de procedure voor verlenging in 2017 is daarbij gebleken in hoeverre de industrie bereid is om met het veiligheidsdossier te rommelen.

Corporate Europe Observatory (CEO), een non-profitorganisatie die de invloed van lobbywerk op de beleidsbepaling en de besluitvorming van de Europese instellingen openbaart, laat dan ook zien dat de studies en onderzoeken van de industrie vaak niet voldoen aan de OECD richtlijnen voor wetenschappelijk onderzoek. Aan de hand van die richtlijnen zijn van 53 studies die de industrie voor de vorige herbeeordeling indiende, slechts twee wetenschappelijk betrouwbaar. Desondanks zijn minstens 38 van diezelfde studies in de huidige herbeoordeling opnieuw aangeleverd door de GRG.

Het aan te leveren dossier moet weliswaar ook onafhankelijke studies omvatten, maar de aanvrager mag daarbij wel aangeven welke studies ‘relevant’ zijn voor het dossier. De GRG bestempelde in de huidige aanvraag 94 procent van de gevonden onafhankelijke studies als ‘niet relevant’. Uiteindelijk zijn 2400 wetenschappelijke studies gewogen, waarvan ongeveer 800 uit de onafhankelijke wetenschappelijke literatuur. Wanneer de aanvrager in het dossier tegen alle negatieve onafhankelijke literatuur meerdere eigen onderzoeken zet die het tegendeel bewijzen, lijkt het lastig om uit het veiligheidsdossier een objectieve en complete weging van de risico’s te maken.

Coalitie tegen verlenging glyfosaatgebruik

In het Nederlandse debat bestaan twee stemmen als het gaat om de gezondheidsrisico’s van glyfosaatgebruik. Aan de ene kant strijdt een coalitie van FNV, de Parkinson Vereniging, ParkinsonNL, en Natuur&Milieu tegen de verlenging van de vergunning voor glyfosaat. Prof.dr. Bas Bloem, hoogleraar neurologie verbonden aan het Radboudumc, wijst daarbij op de wetenschappelijke onderzoeken die het mogelijke verband tussen glyfosaat en parkinson laten zien. Deze zijn volgens hem nog niet sluitend, maar wel voldoende om te spreken van een ‘biologisch plausibel verband‘. Bloem haalt daarbij studies aan die laten zien dat er bij boeren en omwonenden van landbouwpercelen een verhoogd risico op parkinson bestaat. Bloem overtuigde de EFSA hier in 2022 van op een werkconferentie, waarna de tekortkomingen van het huidige toetsingskader zelfs in een gezamenlijk statement onderschreven werden. In navolging van deze zorgen heeft een Kamermeerderheid het kabinet meermaals opgeroepen om tegen de verlenging van glyfosaatgebruik te stemmen in de Raad.

Onafhankelijke instanties

Daartegenover staat een coalitie, onder aanvoering van de GRG, LTO, en Wageningen University & Research (WUR). LTO stelt dat het advies van instanties zoals de EFSA, ECHA en het Ctgb leidend is. Zolang deze autoriteiten glyfosaat als veilig bestempelen, vinden ze dat het in de politiek niet moet gaan over het al dan niet goedkeuren van het bestrijdingsmiddel. Voor dat debat moet de politiek volgens LTO komen met een maatschappelijk toetsingskader. Zo kunnen aanvaardbare normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld worden. Overgaan tot het in twijfel trekken van het huidige wetenschappelijke toetsingskader in de politieke arena zou het vertrouwen van de burger in de politiek en haar onafhankelijke instituties schaden.

Wetenschappers van de WUR stellen daarbij dat een verbod op glyfosaat op korte termijn niet wenselijk is. Glyfosaat scoort volgens onderzoek qua haalbaarheid van investeringen in mens en mankracht namelijk beter dan de alternatieven. Niet-chemische alternatieven, zoals ploegen, zouden daarbij ongunstiger zijn voor het bodemleven en het tegengaan van klimaatverandering. In de Kamer werd dit geluid gereflecteerd door een motie van de BBB, die de demissionair minister juist opriep om vóór de verlenging van glyfosaatgebruik te stemmen. Deze haalde geen meerderheid.

Nederland onthoudt zich van stemming

Afgelopen dinsdag kreeg demissionair minister Adema nog een brandbrief van 159 academici, waaronder Bas Bloem, waarin opgeroepen werd de zorgen van de onafhankelijke wetenschap zwaar mee te laten wegen in zijn besluit. Daarbij wijzen zij er nogmaals op dat de huidige toetsingskaders van de EFSA naar hun inzicht niet voldoende zijn om glyfosaat als veilig te kunnen bestempelen. Ondanks deze noodkreet heeft Adema er uiteindelijk voor gekozen om zich in de Raad te onthouden van stemming, net zoals Nederland dat deed bij de eerste stemming in oktober. Hij stelt dat het kabinet er aan hecht om op dit soort technische dossiers te vertrouwen op de onafhankelijke mening van autoriteiten als de EFSA en de Ctgb, die hem adviseerden om vóór te stemmen. Echter vindt hij de zorgen vanuit de samenleving over de gevaren van glyfosaat dusdanig luid dat hij ze niet wil negeren. Het onthouden van stemming door Nederland is dan volgens Adema de gulden middenweg.

In de Nederlandse stemverklaring heeft Adema daarbij aangegeven dat van de EFSA verwacht wordt dat er een toetsingskader voor de neurodegeneratieve effecten ontwikkeld wordt. Verder eist Nederland dat bij sluitend wetenschappelijk bewijs voor de gevaren van glyfosaat de vergunning door de Commissie wordt ingetrokken. Ook heeft Adema het RIVM de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar het verband tussen glyfosaat en het ontstaan van parkinson. Ondanks deze duidelijk geformuleerde Nederlandse zorgen over glyfosaat wil de demissionaire minister geen onderdeel zijn van een gekwalificeerde meerderheid tégen de verlenging van glyfosaatgebruik. Tegen de wens van een Kamermeerderheid in.

Tienjarige verlenging van glyfosaatgebruik

Het voorstel haalde de vereiste gekwalificeerde meerderheid (minimaal 15 lidstaten met samen 65% van de bevolking van de EU) voor of tegen in de Raad niet. Bij de volgende stap, een stemming na overleg in een beroepscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de Europese Commissie, werd deze meerderheid wederom niet gehaald. Wanneer dit beroepscomité er niet uitkomt is de Commissie gemachtigd een zelfstandig besluit te nemen. Dat betekent, zoals vandaag bekend is geworden, een tienjarige verlenging van glyfosaatgebruik. De Commissie volgt in haar uitvoeringsverordering namelijk de conclusies van de EFSA. Het onthouden van stemming is derhalve een stille goedkeuring van dat beleid. De glyfosaatlobby, onder aanvoering van de GRG, is door het Commissiebesluit opnieuw geslaagd in haar poging om gebruik van het middel te verlengen, zoals dat in 2017 ook al lukte. Dit gebeurt, wederom, ondanks de wijdverspreide kritiek van de academische wereld én de samenleving.

Weeffout in de democratie

Dat bedrijven die in het verleden bewust de gezondheidsrisico’s van het bestrijdingsmiddel genegeerd hebben zo veel invloed kunnen uitoefenen op de herbeoordeling van glyfosaat is onwenselijk te noemen. De glyfosaatlobby leverde hoofdzakelijk onderzoeken en studies aan die uit de eigen portemonnee gefinancierd zijn. Daarbovenop mocht ze naar eigen inzicht aangeven welke onafhankelijke literatuur ‘relevant’ was voor de herbeoordeling. Het verleden spreekt daarbij niet in het voordeel van de integriteit van de GRG. Problematisch is dan dat de mening van de EFSA als onafhankelijke leidraad wordt gebruikt, zo ook door Adema. Het proces dat aan die mening voorafgaat lijkt echter sterk gekleurd door onderzoek en invloed van de industrie. De duidelijke zorgen over glyfosaat bij een Kamermeerderheid, de FNV-coalitie, en een grote groep Nederlandse academici hebben in die context geen verandering teweeg kunnen brengen. Zo’n geïnstitutionaliseerde onbalans in de weging van belangen is volgens Transparency een ernstige weeffout in onze democratie.

Wil jij TI-NL ondersteunen in haar strijd voor klokkenluidersbescherming, politieke integriteit en een samenleving vrij van corruptie? Word dan lid, of steun ons via een donatie: