EU Integrity Watch – Deel III

Anne Scheltema BeduinEuropees, Intern nieuws, Internationaal, Kwesties, Media, Nationaal, News, Nieuws, Onderzoeken, Wetgeving

Op 13 oktober 2014 lanceerde TI-EU de Integrity Watch database. Deze database bevat een overzicht van alle nevenactiviteiten en bezoldiging van Europarlementariërs. Hierdoor kunnen verschillen tussen landen, politieke groeperingen en nationale partijen geïdentificeerd worden. Er kan bovendien toezicht gehouden worden op mogelijke belangenconflicten.

Een belangrijk onderdeel van de database is de External Activity Indicator (EAI). De EAI geeft een score op basis van het aantal externe activiteiten: hoe hoger de score hoe meer extra curriculaire activiteiten een Europarlementariër onderneemt. Naast de EAI wordt ook het aanwezigheidspercentage van Europarlementariërs aangegeven. Dit laat zien hoe vaak een parlementariër aanwezig is bij stemmingen.

Op 17 oktober hebben wij hier al een aantal resultaten laten zien ten aanzien van onze Nederlandse Europarlementariërs. Omdat destijds het parlementaire jaar echter pas net begonnen was, had het missen van een stemming een onevenredig grote impact op het aanwezigheidspercentage. Nu we een half jaar verder zijn, geven de cijfers een betrouwbaarder beeld van de aanwezigheid van Europarlementariërs.

Nederlandse Europarlementariërs zijn over het algemeen vaak aanwezig bij stemmingen. 19 van de 26 parlementariërs hebben een opkomst percentage van minimaal 90%. Alleen J.C. van Baalen en H. Jansen hebben een opkomstpercentage onder de 80% ( 78.6, 73.33 resp.) B. Delder, M. de Graaf en P. van Dalen delen de top drie positie met een opkomstpercentage van 98.95%.
Van de 26 Nederlandse parlementariërs zijn er elf met EAI punten. D. de Jong bezigt hiervan het minste aantal externe activiteiten(1). A. Jongerius heeft de meeste, zij heeft 14 punten. Jongerius heeft ondanks deze veelheid aan activiteiten toch een opkomstpercentage van 93.68%.

Bij Jongerius lijkt het grote aantal externe activiteiten weinig invloed te hebben op haar werk als parlementariër. Toch valt er iets op als er gekeken wordt naar de relatie tussen het opkomstpercentage en de EAI. De top tien van mensen die het vaakst aanwezig zijn, scoren maar erg weinig EAI punten. De nummer acht J. Huitema heeft twee EAI punten. De tien mensen die het minst aanwezig zijn, scoren samen maar liefst 47 EAI punten. In deze groep zitten bovendien maar twee mensen die geen EAI punten hebben.

Hoewel een groot aantal EAI punten niet perse een laag opkomstpercentage betekent, lijkt er in het geval van Nederland wel enig verband te bestaan tussen de twee. Toekomstige gegevens kunnen hier meer duidelijkheid over geven en daar zullen we u ook van op de hoogte houden.