asset

Terug naar de slachtoffers: grootschalige corruptie en asset recovery

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Event, Feature, Internationaal, Onderzoeken, Symposium, Witwassen

Brussel, 3 mei 2017 – Vandaag heeft in Brussel een workshop plaatsgevonden met als titel ‘Cashback: How can the EU help in returning stolen assets?’ Transparency International Nederland en Transparency International EU hebben dit evenement in samenwerking met International State Crime Initiative en Open Society Foundations in het gebouw van het Europese Parlement georganiseerd. Het thema van de workshop was asset recovery, oftewel het herstellen van gelden of andere vermogensbestanddelen die door corruptie zijn gestolen en naar het buitenland zijn gesluisd. Één van de cruciale vragen die werd behandeld was: waar moet het gestolen geld naartoe nadat het is ontnomen, als het land waaruit het oorspronkelijk is gestolen corrupt of anderszins onbetrouwbaar is?

Bij asset recovery gaat het over het opsporen, ontnemen en teruggeven van onrechtmatig verkregen of verduisterde vermogensbestanddelen, vaak geld. Dit kan gevallen van ‘gewone’ fraude betreffen, bijvoorbeeld een gedupeerde bank die via een cyberaanval een aanzienlijk bedrag is kwijtgeraakt. Die geldsom staat nu ergens in het buitenland op een bankrekening, of is al in contanten omgewisseld en voor goed verdwenen. In het eerste geval is er nog hoop voor de bank en wordt via rechtshulpverzoeken geprobeerd om in het buitenland beslag te laten leggen. Het doel is altijd hetzelfde: het gestolen goed bij de rechtmatige eigenaar terugkrijgen.

Asset recovery en corruptie: miljarden op Europese bankrekeningen

Ook in grootschalige corruptiezaken speelt asset recovery een steeds belangrijkere rol. De recente geschiedenis heeft talrijke voorbeelden in petto van vaak hooggeplaatste (voormalige) politici of regeringsleiders die tientallen miljarden aan staatsgeld naar het buitenland hebben gesluisd. Met andere woorden, dit zijn politieke leiders die hun eigen volk hebben bestolen. Onderzoek van Transparency International heeft laten zien dat de voormalige regeringsleiders Suharto van Indonesië tussen 15 en 35 miljard dollar, Marcos van de Filipijnen zo’n 5 tot 10 miljard dollar, Sese Seko van voormalig Zaïre 5 miljard dollar en Abacha van Nigeria 2 tot 5 miljard dollar in eigen zak hebben gestoken. Een groot deel van dit geld is via allerlei constructies naar buitenlandse, vaak westerse (Europese en Amerikaanse) bankrekeningen overgemaakt. Een meer recent voorbeeld is de plundering van de Oekraïense staatskas door Viktor Janoekovytsj. Door middel van een reeks lege vennootschappen en trusts heeft de voormalige Oekraïense president en zijn aanhangers enorme (publieke) geldbedragen uit eigen land gestolen en in verschillende Europese landen witgewassen (in totaal ongeveer 7,5 miljard dollar). Op veel van de door de Janoekovytsj gestolen gelden en daaruit voortgevloeide investeringen, zoals een villa in Frankrijk, is inmiddels beslag gelegd in verschillende Europese landen.

asset recovery

Een ander actueel voorbeeld is het strafvorderlijke onderzoek dat de Franse en Zwitserse autoriteiten hebben ingesteld tegen de president en vice-president (zoon van de president) van het Afrikaanse olieland Equatoriaal-Guinee. Ook zij zouden miljarden aan staatsgeld hebben verduisterd en via Europese banken witgewassen (ten minste 3 miljard dollar). Één van de vermogensbestanddelen waarop in dit kader in Nederland beslag is gelegd is het luxejacht ‘Ebony Shine’. Op basis van een rechtshulpverzoek vanuit Zwitserland heeft het Openbaar Ministerie besloten om het 75 meter lange jacht, die voor onderhoud in Nederland in de haven lag, aan de ketting te leggen. Een beklag door de regering van Equatoriaal-Guinea tegen het beslag is onlangs door de rechtbank in Zwolle afgewezen.

De cruciale vraag: waar moet het geld naartoe?

Het doel van de bovengenoemde zaken en lopende onderzoeken is hetzelfde als bij ‘gewone’ gevallen van fraude. Het geld moet terug naar de rechtmatige eigenaar. Het wordt echter gecompliceerd als er geen duidelijk antwoord is op de vraag wie de rechtmatige eigenaar nou eigenlijk is. In veel gevallen gaat het om geld dat uit de staatskas van het land van oorsprong is gestolen. In dergelijke gevallen voorziet artikel 57 van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (UNCAC) in een teruggave aan de staat wiens belastinggeld is ontvreemd. Alleen die staat kan zich dus in principe als rechtmatige eigenaar bij de beslagautoriteiten melden en het gestolen geld terugvorderen. Maar wat te doen als de beslagautoriteiten en maatschappelijke organisaties in binnen- en buitenland het met elkaar eens zijn dat deze principiële oplossing een slecht idee is, bijvoorbeeld omdat het land van oorsprong corrupt of dictatoriaal is en stelselmatig mensenrechten schendt. Of zelf een vinger in de pap heeft gehad bij het wegsluizen van het geld in eerste instantie. De centrale vraag van de workshop in Brussel vandaag was dan ook: hoe kunnen gestolen vermogensbestanddelen vanuit Europese landen op een verantwoorde manier worden teruggegeven en hoe kunnen de slachtoffers van de corrupte praktijken daarbij betrokken worden?

Conditionele teruggave omstreden in discussie rondom asset recovery

Tijdens de paneldiscussie werd deze vraag vanuit verschillende hoeken benaderd. Aan de ene kant waren de panelleden met elkaar eens dat de gestolen vermogensbestanddelen niet zomaar aan de staat van oorsprong terug mogen worden gegeven als dat tot ongewenste gevolgen leidt. Er werd geopperd dat een dergelijke formalistische benadering van het principe uit de UNCAC zou leiden tot het voortbestaan, zo niet het versterken van corrupte handelingen en structuren. Tegelijkertijd kwam ter sprake dat een teruggave van de gestolen gelden op basis van bepaalde condities of modaliteiten ook risico’s met zich meebrengt. Een dergelijke conditionele teruggave is in het verleden gedaan door de Zwitserse autoriteiten die de gelden aan Zwitserse maatschappelijke organisaties gaf, in plaats van aan de staat waar het geld in eerste instantie werd verduisterd. Deze organisaties kregen de opdracht om de gelden in te zetten voor goede doelen in het bewuste land van oorsprong. Het is echter maar de vraag of dit soort conditionele ontwikkelingshulp gesponsord met gestolen geld uiteindelijk effectief en wenselijk is. Volgens een panellid heeft de geschiedenis uitgewezen dat conditionele ontwikkelingshulp op de lange termijn geen positief effect heeft op een land. Dit zou met name het geval zijn als het bewuste land eigenlijk zelf volledig in staat is, of zou moeten zijn, om de eigen burgers te voorzien van de uit het buitenland komende benodigdheden. Een voorbeeld hiervan is Equatoriaal-Guinea, dat vanwege haar olierijkdom een van de rijkste landen ter wereld is, maar waar nepotisme, een politieke economie en een ontbrekende rechtstaat ervoor zorgen dat 75 procent van de bevolking nog steeds onder de armoedegrens leeft.

asset recovery

Beheer van gestolen geld tot verbetering in zicht is  de toekomst van asset recovery?

Een veelbesproken idee is om de ontnomen gelden onder te brengen in een onafhankelijke trust, zoals de in 2007 door de Amerikaanse, Zwitserse en Kazachse autoriteiten opgezette Bota Fund. Een dergelijke trust is een contractuele afspraak tussen de bij de zaak betrokken autoriteiten en een onafhankelijke beheerder. Het verduisterde geld wordt vervolgens op basis van de afspraak op een door de onafhankelijke partij beheerde bankrekening gestort en mogelijk op een niet-risicovolle manier geïnvesteerd. Het uiteindelijke en contractueel vastgelegde doel van de trust moet zijn de gelden vast te houden tot verbetering in zicht is. Of omdat het bewuste corrupte regime niet meer aan de macht is of heeft laten zien dat het met de terug te sturen gelden op een verantwoordelijke manier om zal gaan en de slachtoffers van corruptie in dit proces betrokken zullen worden. Hier moet de rol van de slachtoffers van grootschalige corruptie een centrale rol spelen. Wat betreft de panelleden heeft elk geval van stelselmatige corruptie slachtoffers tot gevolg: mensen wiens onderneming is genationaliseerd zonder enige compensatie; gearresteerde individuen die zich kritisch hebben uitgesproken met betrekking tot de bewuste corruptiezaak; consumenten die vanwege de omkopingshandelingen een hogere prijs betalen voor producten of diensten; en systematische hinder om vrij aan het economische verkeer deel te kunnen nemen.

De centrale conclusie van de workshop was – naast een roep naar meer algemene efficiëntie op het gebied van asset recovery – dat de rol van slachtoffers van grootschalige corruptie tot nu toe volledig onderbelicht is op nationaal, regionaal en internationaal niveau. Dit moet in de toekomst veranderen. Internationale organisaties (zoals de VN), regeringen, beslagautoriteiten en maatschappelijke organisaties moeten hun verantwoordelijkheid hierin nemen en meer en beter gaan samenwerken.