verschoningsrecht

Fiscale verschoningsrecht beperkt voor meer transparantie

Lotte RooijendijkAlgemeen, Feature, Nationaal, Overheid, Wetgeving

Utrecht, 6 augustus 2020 – Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën publiceerde eind juli een wetsvoorstel voor aanpassing van het fiscale verschoningsrecht. Hiermee zou het minder makkelijk worden voor belastingplichtigen om informatie achter te houden voor de fiscus door mee te liften met het beroepsgeheim van hun advocaat of notaris.

Begin 2017 kondigde het kabinet al het voornemen aan om belastingontduiking aan te pakken door het fiscale verschoningsrecht aan te passen. Reden hiervoor is dat het fiscale verschoningsrecht te breed en ongericht geformuleerd zou zijn, zoals ook in 2013 en 2019 door het Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes van de OESO werd aangestipt.

Fiscale transparantie in de knel

Het wetsvoorstel van 23 juli jl., dat nog ter consultatie voorligt, beperkt het zogeheten afgeleide fiscale verschoningsrecht. Dit recht is een afgeleide van het verschoningsrecht van de advocaat of notaris. Belastingplichtigen kunnen zich op dit recht beroepen om geen informatie aan de fiscus te hoeven geven. Het afgeleide verschoningsrecht voor belastingplichtigen geldt op dit moment voor alle informatie waarover advocaten of notarissen beschikken vanwege hun vertrouwensfunctie.

Volgens Vijlbrief is dit brede afgeleide verschoningsrecht een probleem voor de fiscale transparantie. De Belastingdienst kan nu bij een belastingplichtige die een notaris of advocaat inschakelt voor juridische bijstand, niet altijd over de relevante informatie beschikken. Bovendien is dit “niet rechtvaardig dat wanneer het gaat om stukken die ook bestaan los van de vertrouwensrelatie met de notaris of advocaat, zoals jaarstukken of bankafschriften, de ene belastingplichtige die stukken niet aan de Belastingdienst behoeft te verstrekken, enkel en alleen omdat hij die stukken op enig moment ook aan een notaris of advocaat heeft overgelegd, terwijl iedere andere belastingplichtige die stukken wel moet verstrekken.”

Beperking verschoningsrecht tot juridische dienstverlening

Het nieuwe uitgangspunt is dat stukken die belastingbetalers moeten verstrekken zonder dat er een advocaat of notaris bij is betrokken, ook aan de fiscus moeten worden gegeven door belastingplichtigen die wel een jurist hebben ingeschakeld. Het gaat dan met name om stukken die ook bestaan los van de vertrouwensrelatie met de notaris of advocaat, zoals jaarstukken of bankafschriften.

Het recht op geheimhouding geldt, als het voorstel wordt aangenomen, alleen nog voor gegevens en inlichtingen die rechtstreeks verband houden met de juridische dienstverlening. Zo kunnen notarissen en advocaten geen beroep meer doen op hun verschoningsrecht als zij voor hun cliënten optreden als belastingadviseur.

Het voorstel ligt tot 23 oktober 2020 voor ter consultatie voor belanghebbenden.