Financiële reputatie Nederland: werk aan de winkel

Bart VolleberghAlgemeen, Internationaal, Private sector, Witwassen

Amsterdam, 20 mei 2021 – “Als Nederland in de eredivisie van de financiële dienstverlening wil spelen, zullen overheid en bedrijfsleven hun rol daarin nog eens goed moeten overdenken.” TI-NL-voorzitter Paul Vlaanderen is ongerust over de rol van Nederland als ‘facilitator’ van ongewenste of zelfs criminele geldstromen.

“De wereld verandert: de tolerantie voor belastingontduiking en witwassen is sterk afgenomen; het gebruik van onduidelijke kanalen wordt niet meer getolereerd. Denk maar aan de Panama Papers en andere ‘leaks’. Overheden reageren, nationaal en internationaal. Zo zijn er de actieplannen op het gebied van Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) van de Organisatie voor Economische Samenwerkingen (OESO), het Plan van Aanpak Witwassen in Nederland, aandacht voor belastingfraude en witwassen in de Europese Unie, en op dit moment doet de Amerikaanse president Joe Biden revolutionaire belastingvoorstellen zoals een minimaal tarief voor winstbelasting. Nu is de vraag is of Nederland, de fiscale praktijk, de trustsector, maar ook  de accountants, notarissen en advocaten, hierin meebewegen – of beter nog – veranderingen proactief initiëren.

“De Nederlandse financiële sector en dienstverlening, en in het bijzonder de doorstroomvennootschappen, hebben een twijfelachtig imago. Deze worden geassociëerd met geldstromen door Nederland zonder veel economische ‘substance’ hier. Investeringen op weg naar hun doel en opbrengsten op weg naar een veilige haven elders, liefst met weinig zichtbaarheid. Het maakt Nederland mondiaal een van de grootste buitenlandse investeerders. Hier raken witwassen en belastingontduiking elkaar regelmatig. De gebruikte instrumenten – zeer complexe structuren van bedrijven en bedrijfjes in veel verschillende landen – zijn vaak dezelfde. Het probleem bestaat al decennia. Wim Kok sprak zich er als minister van Financiën lang geleden al negatief over uit. Menno Snel erkende als staatssecretaris dat het imago van Nederland verbetering behoeft – ook uit economisch eigenbelang – en handelde daarnaar. Zijn opvolger Vijlbrief ging op die weg verder. TI-NL deelt hun analyse en aanpak; deze vormen een goed begin, mits effectief uitgevoerd.

Ja en nee

“Nederland heeft een open economie. Dat betekent dat grote volumes, geld, goederen en diensten ons land in- en uitgaan. We punch above our weight. Dat is een keuze: dat willen we blijkbaar en daar leven we deels van. Is dat de oude VOC-mentaliteit, zoals premier Balkenende nog niet lang geleden aangaf?

“De spelregels over wat bedrijven in Nederland kunnen en mogen liggen onder meer vast in ons investeringsklimaat. In wetten, verdragen  en voorzieningen, waaronder infrastructuur over weg, water en lucht, arbeid, talenkennis. Maar ook in specifieke kennis over belastingen en internationale bedrijfsstructuren, in het rechtsstelsel, en in het maatschappelijke klimaat met tolerantie als belangrijke waarde.

“Het resultaat hiervan is een JA voor Nederland: veel beoogde activiteiten en welvaartswinst. Denk aan hoofdkantoren in Nederland en internationale bedrijven die via Nederland de wereld bedienen. Dat willen we behouden en waar mogelijk versterken, denkt TI-NL.

“Maar het resultaat hiervan is ook een NEE voor Nederland: misbruik, oneigenlijk gebruik en reputatieverlies. ING en ABN AMRO als ‘enablers’ van witwassen, trustkantoren als ‘facilitators’ van belastingontduiking, beschuldigingen tegen Shell in Nigeria, tegen de Oezbeekse presidentsdochter Gulnara Karimova en telecomreus Vimpelcom, tegen de Angolese presidentsdochter Isabel dos Santos, en recent nog tegen SHV. Daar moeten we vanaf.

TI-NL en doorstroomvennootschappen

“De stelling van TI-Nederland is dat iedere wereldburger en iedere multinational zijn ‘fair share’ moet bijdragen. Nederland moet het ontduiken daarvan niet stimuleren of faciliteren. Bedrijven moeten hun structuren optimaliseren, ingebed in de juiste bedrijfscultuur, met een zelfcorrigerend vermogen en met inachtneming van het maatschappelijk doel van het bedrijf. Daarnaast moet de overheid toezien op het vestigingsklimaat. Met sluitende verdragen, wetten en regels, in een omgeving die misbruik effectief bestrijdt via toezicht en handhaving.

“We zijn van mening dat aan die voorwaarden in Nederland op dit moment onvoldoende voldaan is. Daarmee worden bijvoorbeeld doorstroomvennootschappen te makkelijk instrumenten van slechtwillenden en dus schadelijk voor de reputatie van Nederland.

“Scheidend DNB directeur Frank Elderson riep in december vorig jaar om te komen met een deltaplan tegen witwassen. Goed idee. Misschien moet daar nog een tandje bij: een integraal ‘deltaplan investeringsklimaat’, of tenminste een ‘deltaplan transparantie geldstromen’.

Private en publieke schaal

“Het open karakter van Nederland vereist een overdimensionering van publieke en private faciliteiten als gevolg van de grote volumes van geld, goederen en diensten in en door Nederland. Meer dan we voor onze eigen binnenlandse leventje nodig hebben.

“Heel veel grote private bedrijven doen hun ding in en via Nederland. Daarbij worden ze geholpen door een grote, internationaal georiënteerde dienstensector, waaronder de ‘big four’, een grote trustsector, de fiscaliteit, veel brievenbussen op de Amsterdamse grachten en aan de Zuidas. Oftewel: veel private dienstencapaciteit, misschien wel te veel? Bijna alle bedrijven claimen op hun websites slechts de hoogste normen van integriteit en good governance te accepteren. Toch laat de praktijk ook anders zien.

“Aan de publieke kant hebben we goede scholen, Schiphol, de Rotterdamse havenen een zeer dicht spoor- en wegennet. Er zijn veel, veelal goede wetten en regels, veel belastingverdragen, douaneverdragen, investerings-beschermingsovereenkomsten, antiwitwaswetgeving zoals de Wwft, en recentelijk de Ultimate Beneficial Owners (UBO) wetgeving. Aan de kant van de uitvoering zien we de toezichthouders als De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten. Verder is er handhaving, met de politie, de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) en de Financial Intelligence Unit (FIU) voor witwassen. En er is rechtsbescherming via onze rechtspraak.

“Maar is dat voldoende, gezien de omvang van de activiteiten in en door Nederland? En wegen de werkgelegenheid en inkomsten in de private sector wel op tegen de kosten die de overheid maakt of zou moeten maken om dit internationale spel effectief te spelen?

TI-NL aarzelt:

“Enkele nationale voorbeelden:

  • Kort geleden is de UBO-wetgeving (uiteindelijk gerechtigde) in Nederland geïmplementeerd, met het zogenoemde UBO-register. Het is momenteel nog te makkelijk om niet in het UBO-register te worden opgenomen voor wie dat niet wil. Daarnaast is de informatie in het register niet toegankelijk voor ngo’s en onderzoeksjournalisten. Terwijl deze juist een belangrijke rol hebben in het zichtbaar maken van ondoorzichtige geldstromen.
  • De staatssecretarissen Menno Snel en Hans Vijlbrief deden pogingen om de taxfree routes via Nederland in te perken; rente, royalties en nu ook dividenden. Dit zijn goede initiatieven. Dubbele heffing is niet wat we moeten willen, want dubbele vrijstelling is vaak de praktijk gebleken. De tijd moet nog leren of slimme adviseurs om de nieuwe realiteit heen kunnen.
  • In het investeringsbeschermings-IBO-model van minister Kaag uit 2019 is de definitie van een ‘investeerder’ onvoldoende duidelijk. Het model spreekt van ‘substantial business activities’; wat zijn dat? Kortom: een echo van veel discussie uit de fiscaliteit.
  • De toezichthouder DNB kon niet voorkomen dat de banken ING en ABN AMRO jarenlang in de fout gingen met het faciliteren van witwassen. TI-NL zei vorig jaar in Trouw al dat DNB een waakhond moet zijn die ook kan bijten als dat nodig is. Oftewel: zijn er voldoende mogelijkheden om sancties op te leggen?
  • Accountants, advocaten en notarissen hebben allen een rol; speelden ze die wel naar letter en geest?
  • De banken recruteerden duizenden mensen om witwaspraktijken te detecteren. Maar nu dreigen FIU, politie en opsporing de zwakke schakels te worden in de strijd tegen witwassen. De FIU, FIOD en politie zijn onderbemand en overbevraagd, en de Nederlandse rechtspraak kampt al jaren met capaciteitsproblemen. Dit heeft gevolgen voor de pakkans van kwaadwillenden. Wellicht speelt de strafmaat ook een rol: er waren berichten over drugslaboratoria die zich in Nederland vestigden omdat de straffen hier relatief mild zijn.
  • Zowel de overheid als het bedrijfsleven hebben moeite om melders van misstanden – klokkenluiders – correct te behandelen. Vergelding of zelfs ontslag van de melder is vaak het gevolg van een melding. En dat terwijl een substantieel deel van alle organisatieproblemen – naar schatting 40 procent – via klokkenluiders aan het licht komt. Recente ontwikkelingen rond wetgeving en praktijk stemmen niet hoopvol. Zo ligt bij de Raad van State een wetsvoorstel omtrent klokkenluidersbescherming waar TI-NL geen voorstander van is.

Na Venlo en Rotterdam

“Ook op internationaal vlak gaat het vaak mis: Exporting Corruption is een probleem voor Nederland. Na Venlo over de weg, na Rotterdam over het water en na Schiphol door de lucht controleren we niet of nauwelijks meer wat bedrijven doen. Transparency International monitort hoe actief de verschillende landen corruptie in het buitenland bestrijden. Nederland valt hierbij in de derde van de vier categorieën landen: in de één na slechtste categorie dus. Het grootste probleem is het afdwingen van de naleving wetten en regels. Willen we corruptie door Nederlandse bedrijven en vestigingen in het buitenland indammen, dan zal de handhaving van bestaande regels moeten worden verbeterd en aangescherpt. Daarom moet er structureel voldoende capaciteit zijn voor toezicht, opsporing en vervolging.

“Enkele voorbeelden:

  • Ballast Nedam, Vimpelcom, SBM Offshore, SHV en vele anderen gingen in de fout met een zichtbare rol voor en in Nederland.
  • De Angolese presidentsdochter Isabel dos Santos gebruikte Nederlandse trustbedrijven voor haar grootschalige malversaties: verduistering, witwassen, belastingontduiking. Toen op basis van de Wet toezicht Trustkantoren werd geïntervenieerd, ging Dos Santos buiten de wet verder: in Nederland. Dat bleek te kunnen.
  • Trustkantoor TMF had het recent nog aan de stok met DNB. TMF werd beboet voor miljoenenfraude in Mozambique.

“De vraag is dus hoe het zit met de cultuur bij bedrijven en in de advies- en trustsector. Moet de overheid echt alles dichtregelen en met kostbaar belastinggeld handhaven?

Suggesties TI-NL

“De overheid  doet er goed aan te berekenen wat de kosten zijn van de logistiek om afgesproken spelregels te implementeren en af te dwingen. Deze zou de overheid moeten vergelijken met de kosten van de schade en het reputatieverlies als gevolg van corruptie door Nederlandse en buitenlandse partijen in en via Nederland in verre landen. Vervolgens is het zaak keuzes te maken waarbij het belang van de BV Nederland voorop staat.

“De adviezen van TI-NL luiden:

  • Overheid: zorg voor heldere, uitvoerbare wetten en regels. Zorg voor structurele en voldoende capaciteit voor toezicht, handhaving en opsporing. Zorg voor adequate kennis van en onderzoek naar witwassen, belastingontduiking en misbruik van trustkantoren en andere financiële dienstverleners. En maak het speelveld kleiner waar te veel oneigenlijk gebruik wordt gezien. Een goed voorbeeld zijn de nieuwe bronbelastingen.
  • Bedrijfsleven: zorg vooral voor en investeer in een integere cultuur. Zorg daarnaast voor heldere regels en procedures op het gebied van compliance. Spelregels zijn er om aan te voldoen; niet om te omzeilen.
  • Allen: bescherm klokkenluiders: brand hen niet af.
  • En laat proactief zien dat het ook anders kan. Een betere reputatie van de BV-Nederland genereert immers ook nieuwe business.”

Paul Vlaanderen
Voorzitter Transparency International Nederland