Vleesfraudeur moet curator 1 miljoen euro betalen

Lotte RooijendijkCorruptie, Feature, Nationaal, Nieuws

Amsterdam, 23 augustus 2016 – De rechtbank in Den Bosch heeft vorige week bepaald dat de vleesfraudeur die in het verleden met paardenvlees heeft gesjoemeld, in ieder geval 1 miljoen euro moet betalen aan de curator. De curator wil uiteindelijk 12 miljoen van het bedrijf hebben en de 1 miljoen euro is daar een voorschot op. De handelaar werd vorig jaar veroordeeld tot tweeënhalf jaar cel voor grootschalige fraude met paardenvlees dat als rundvlees werd verkocht.

De vleesfraudeur verkocht naar eigen zeggen puur rundvlees terwijl het in werkelijkheid goedkoper paardenvlees bleek te zijn. Het vlees zou onder andere zijn verwerkt in salami, hachee, gehakt en hamburgers. Begin 2013 werd de fraude bij de vleesgroothandel uit Oss ontdekt door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Hierop werd de voorraad van het bedrijf in beslag genomen en de productie stilgelegd. In april 2013 is de onderneming failliet verklaard.

Onbehoorlijk bestuur vleesfraudeur

In 2011 en 2012 heeft het bedrijf volgens documenten ten minste 336.000 kilo paard verwerkt maar dat was niet opgenomen in de boekhouding. De vleeshandelaar, die zelf aangaf slechts ‘slordig’ te zijn geweest, werd daarvoor veroordeeld tot tweeënhalf jaar celstraf en de groothandel moest 50.000 ton vlees terugroepen, omdat de herkomst van dit vlees niet duidelijk was. Volgens de rechtbank is duidelijk dat met de paardenvleesaffaire sprake was van onbehoorlijk bestuur en dat dit een belangrijke oorzaak was voor het faillissement van de vleesgroothandel.

“Het bestuur van de gefailleerde heeft de Europese voorschriften voor vleesverwerking bewust overtreden en de gedaagden moesten begrijpen dat de gevolgen voor de onderneming bij ontdekking van deze handelwijze waarschijnlijk desastreus zouden zijn”, concludeert de rechtbank.

Procedure Foodwatch tegen vleesfraudeur

In 2015 startte Foodwatch een procedure tegen de NVWA en deed terecht een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De voedselwaakhond eiste een volledig overzicht van NVWA van alle producten waar paardenvlees van de vleesverwerker in terecht is gekomen. Foodwatch stelde dat consumenten er recht op hebben te weten welke producten mogelijk onveilig waren, ook al speelde het schandaal twee jaar geleden.

Volgens de rechtbank mag als algemeen bekend worden verondersteld dat het de bewuste vleeshandelaar is geweest die paardenvlees heimelijk mengde met rundvlees en dat dit voor de afnemers van de vleesfraudeur niet kenbaar was. Op dit punt valt aan de afnemers van de vleeshandelaar dan ook geen verwijt te maken, die zijn net als de consument misleid.

De zaak kwam in april 2015 voor de rechtbank in Amsterdam en de rechter stelde Foodwatch in haar gelijk. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft daarom alsnog openbaar gemaakt wie allemaal vlees hebben gekocht bij de vleesgroothandel uit Oss.

vleesfraudeur

Gesjoemel bij 1800 afnemers

Op de lijst staan bijna 1800 ”directe en indirecte afnemers” die tussen 2011 en 2013 vlees van de vleeshandelaar hebben afgenomen. De NVWA benadrukt dat dit echter niet wil zeggen dat ze paardenvlees hebben gekocht bij de vleesfraudeur en ook niet dat ze weet hadden van gesjoemel.

Onder de klanten zijn alle grote supermarktketens, zoals Albert Heijn, Jumbo, Lidl, Plus, C1000, Deen en Vomar. Ook vleeswarenfabrikant Stegeman, snackmaker Van Oers, cateraar Albron, salademaker Johma, aardappelverwerker CêlaVita, slachterij VION en de groothandels Sligro, Hanos en Deli XL kregen vlees van de vleesfraudeur. Op de lijst staan ook het Amsterdamse tweesterrenrestaurant Ciel Bleu in het Okura Hotel, het inmiddels gesloten Amsterdamse restaurant Ron Blaauw, en de tweesterrenzaak ’t Nonnetje in Harderwijk. Verder staan er buiten de sterrenstaurants ook veel restaurants zonder sterren, eetcafés en lunchrooms tussen.

Eis van 12 miljoen euro voor vleesfraudeur

De curator eist in totaal 12 miljoen euro van de vleesfraudeur. Zo ver wilde de rechter echter nog niet gaan, omdat nog niet vaststaat dat de uiteindelijk resterende schuldenlast zo groot zal zijn. Als het vlees alsnog wordt vrijgegeven en voor menselijke consumptie kan worden verkocht, dan zal de voorraad namelijk aanzienlijk meer opbrengen dan bij verkoop als diervoeder. De 1 miljoen euro dient als voorschot, aangezien duidelijk is dat het tekort in ieder geval hoger zal uitvallen dan dit bedrag.

Of de overige 11 miljoen uiteindelijk ook betaald moeten worden, is nog maar de vraag. Als het in beslag genomen vlees wordt vrijgegeven en alsnog voor menselijke consumptie kan worden verkocht, komt veel meer geld binnen en zal de schuldenlast lager uitpakken dan wanneer het vlees wordt verkocht als diervoeder.