Miljoenennota: bestrijding ongewenste belastingpraktijken

Lotte RooijendijkCorruptie, Europees, Integriteit, Nationaal, Nieuws, Wetgeving

Amsterdam, 20 september – Op Prinsjesdag werd door de minister van Financiën het bekende koffertje met de Miljoenennota en de rijksbegroting aangeboden aan de Tweede Kamer. In de Rijksbegroting staan per ministerie de voorstellen voor uitgaven, verplichtingen en inkomsten van de rijksoverheid voor het jaar 2017. De Miljoenennota is een toelichting op de Rijksbegroting met een samenvatting van de belangrijkste plannen en keuzes van de regering en de kosten om deze plannen uit te voeren. Het bestrijden van ongewenste belastingpraktijken is een belangrijk thema in de Miljoenennota. Hoe staat Nederland ervoor wat dat betreft en wat zijn de plannen voor de toekomst?

Nederland heeft een open economie en heeft daarom veel te winnen bij een stabiel groeiende wereldeconomie. Tijdens Prinsjesdag werd benadrukt dat de vooruitzichten voor de mondiale economie over het algemeen goed zijn, maar dat de toenemende instabiliteit in bepaalde regio’s risico’s met zich meebrengt, ook voor Nederland. Daarom heeft het kabinet goede reden om te ijveren voor internationale samenwerking op het gebied van migratie, klimaatverandering maar ook bij de bestrijding van belastingontduiking.

De Nederlandse economie in de wereld: uitdagingen voor de toekomst

Uit de Miljoenennota blijkt dat het kabinet het bestrijden van ongewenste belastingpraktijken als een van de prioriteiten ziet voor economische en financiële stabiliteit en ontwikkeling. Belastingontduiking of -fraude zijn voorbeelden van ongewenste belastingpraktijken. Hier is sprake van wanneer personen of bedrijven inkomens en/of vermogens verbergen of verzwijgen, zodat zij hierover geen belasting betalen.

In de afgelopen jaren hebben verschillende onthullingen, waarvan de Panama Papers het meest recente voorbeeld zijn, licht geworpen op de constructies die worden gebruikt om via belastingparadijzen tegoeden te verbergen voor de belastingdienst.

Discrepanties bieden ruimte voor belastingontwijking en -ontduiking

Bij belastingontwijking door internationaal opererende bedrijven is in de regel geen sprake van het verbergen van informatie voor de belastingdienst, maar stellen discrepanties in de nationale regelgeving hen in staat hun belastingafdrachten aanzienlijk te verminderen. Waar fiscale stelsels van verschillende landen niet op elkaar aansluiten, is het soms mogelijk om misschien niet de letter, maar wel de intentie van fiscale wetgeving te schenden. Bovendien verstoort het verschuiven van winsten en het uithollen van belastinggrondslagen de eerlijke concurrentie met bedrijven die niet grensoverschrijdend opereren en zich wel aan de nationale fiscale regels houden.

De discrepanties tussen belastingstelsels in verschillende landen kunnen personen en bedrijven ruimte bieden voor belastingontwijking en -ontduiking. Dit ondergraaft het draagvlak bij de rest van de samenleving om eerlijk belasting te betalen. Daarnaast leiden belastingontwijking en -ontduiking, bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau, tot een hogere belastingdruk op andere grondslagen, zoals bijvoorbeeld arbeid, milieu, auto’s of vermogen.

Overheden moeten wereldwijd voorkomen en bestrijden dat internationaal opererende bedrijven weinig belasting afdragen of dat individuen hun vermogens aan het zicht van de fiscus onttrekken. In het huidige klimaat beconcurreren landen elkaar echter, om internationale bedrijven aan te trekken. Als gevolg daarvan worden fiscale voordelen geboden en betalen internationale bedrijven vaak geen of te weinig belasting. De meest effectieve manier om belastingontduiking en deze ongewenste uitholling van belastingstelsels tegen te gaan, is het ontwikkelen van internationale standaarden.

miljoenennota

Miljoenennota benadrukt belang aanpak belastingontduiking

Belastingontduiking is illegaal en overheden moeten hier stevig tegen optreden. De aanpak van belastingontduiking richt zich op verbetering van informatie-uitwisseling en meer transparantie over de belastingafdrachten tussen landen. De OESO heeft een Common Reporting Standard opgesteld die vereist dat financiële instellingen hun klanten identificeren en verifiëren waar zij belastingplichtig zijn. De standaard is in 2016 in Nederland in werking getreden.

Vanaf 2017 zullen Europese belastingdiensten financiële gegevens gaan uitwisselen, zodat zij een volledig overzicht krijgen van de gegevens van hun ingezeten belastingplichtigen. Verder is het de bedoeling dat deze informatie-uitwisseling ook met zo veel mogelijk niet-EU-landen zal gaan plaatsvinden. Recent zijn hierover afspraken met Zwitserland, Liechtenstein, San Marino en Andorra gemaakt. Hierdoor wordt het moeilijker voor Europese burgers om inkomsten of vermogens voor de fiscus te verbergen.

Bestrijding belastingontwijking hoog op de agenda

Nederland heeft tijdens zijn EU-voorzitterschap de nadruk gelegd op het belang van internationale afspraken tegen belastingontduiking en -ontwijking. Hiertoe moeten de zogenoemde Base Erosion and Profit Shifting-afspraken (BEPS-afspraken) binnen de EU worden geïmplementeerd.

Bestrijding van belastingontwijking staat al een aantal jaren hoog op de internationale agenda. In 2013 kwam de G20 een actieplan overeen om agressieve belastingplanning door internationaal opererende bedrijven tegen te gaan. De OESO heeft dit verder uitgewerkt in het BEPS-project. Op 5 oktober 2015 zijn de definitieve actierapporten van het project gepubliceerd waar 15 concrete actiepunten voort zijn gekomen uit drie overkoepelende beginselen: coherentie van regelgeving, meer aandacht voor reële economische verhoudingen en meer transparantie tussen belastingdiensten onderling en tussen grote bedrijven en belastingdiensten.

En-en: aanpak belastingontwijking én gezond vestigingsklimaat

Uit de Miljoenennota 2017 blijkt dat het kabinet kiest voor en-en: het zet tegelijkertijd in op zowel het doorzetten van de ‘offensieve inzet’ tegen belastingontwijking, als het behoud van een goed en concurrerend vestigingsklimaat. Het vestigingsklimaat in Nederland moet dus gewaarborgd blijven zonder dat bedrijven hier ingewikkelde constructies optuigen om zo min mogelijk belasting te betalen. Het kabinet ziet het fiscale vestigingsklimaat, naast factoren als de kwaliteit van het onderwijs, de (digitale) infrastructuur en een toegankelijke en onafhankelijke rechtspraak, als een van de belangrijkste onderdelen voor ontwikkeling.

Er wordt gesteld dat naarmate de mogelijkheden tot belastingontwijking in internationaal verband worden beperkt, er meer aandacht zal uitgaan naar het verschil in het vennootschapsbelastingtarief tussen landen. De vennootschapsbelasting is een zichtbaar element in de fiscale arena en hangt direct samen met nieuwe werkgelegenheid. Over het creëren van meer werkgelegenheid is de gehele coalitie het eens, maar belastingverlaging is al langere tijd een heikel punt voor regeringspartijen VVD en Pvda. De VVD is voorstander, maar de PvdA benadrukt het belang dat bedrijven hun eerlijke deel aan de fiscus af moeten dragen. Nederland staat onder druk omdat in Belgie, Groot Britannie  en Luxemburg al plannen klaarliggen om de vennootschapsbelasting te verlagen en zo bedrijven aan te trekken. Tegelijkertijd wil Nederland niet “de discounter van Europa” worden. Het deze zomer aangedragen voorstel om de laagste schrijf van de vennootschapsbelasting tussen 2018 en 2021 in stappen te verhogen, is feitelijk geen belastingverlaging. Bedrijven dragen hierdoor wel minder af aan de schatkist, omdat ze langer in de lagere schrijf blijven zitten. Hier zou vooral het midden- en kleinbedrijf van profiteren.

Deze week zagen PvdA en GroenLinks af van een verbreding van de parlementaire mini-enquete naar de Panama Papers, omdat ze een breed draagvlak zoeken voor de parlementaire ondervraging. Hierdoor worden multinationals ontzien in hun belastingverplichtingen. Arnold Merkies van SP is mede-initiatiefnemer voor de parlementaire ondervraging, zal een eigen voorstel indienen waarin multinationals die gebruikmaken van belastingconstructies, kunnen worden gedagvaard. Hij hoop dat hij zijn collega’s hiermee alsnog tot inkeer komen.

Eerdere parlementaire hoorzittingen werden door internationale bedrijven nog geboycot, maar de mini-enquête kent de mogelijkheid van een verschijningsplicht en een verhoor onder ede. De beide andere linkse partijen vrezen dat daardoor het draagvlak voor de enquête wegvalt, omdat VVD en CDA daar niets voor voelen.

Wat gebeurt er na het aanbieden van de Miljoenennota en Rijksbegroting?

Na Prinsjesdag behandelt de Tweede Kamer de begrotingen in het parlement. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen debatteert de Tweede Kamer met het kabinet over het kabinetsbeleid voor het komende jaar. Hierna volgen de Algemene Financiële Beschouwingen in oktober, een debat met de minister van Financiën over de Miljoenennota. De deelbegrotingen worden door het kabinet als wetsvoorstel aan de Tweede en Eerste Kamer voorgelegd. Wanneer deze worden goedgekeurd door het parlement, wordt het geld uitgegeven volgens de begroting vanaf 1 januari 2017.

In de loop van het jaar verschijnen de Voorjaarsnota en de Najaarsnota. Deze nota’s beschrijven de ontwikkelingen in de uitvoering van de Rijksbegroting. Per deelbegroting kan het kabinet voorstellen doen tot wijzigingen in de uitgaven en inkomsten. Na afloop van de periode waarover de begroting is gemaakt, legt het kabinet verantwoording af over de uitgaven. Dit wordt gedaan door middel van een jaarverslag door alle ministeries terugkijkend op de plannen uit de Rijksbegroting en de Miljoenennota.