indicaties

De vervolging van corrupte individuen in schikkingszaken

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Internationaal, Nationaal, Nieuws, Private sector, Wetgeving

Amsterdam, 25 oktober 2017 – In schikkingszaken die het OM treft met een onderneming vanwege buitenlandse corruptie, zoals recentelijk de schikking met telecombedrijf Telia, lijken natuurlijke personen en individuen van het bedrijf de dans te ontspringen. Tot op heden blijven leidinggevenden of verantwoordelijke werknemers vaak buiten schot voor hun rol in gepleegde strafbare feiten omdat zij zich verschuilen achter de organisatie of onderneming waar zij werkzaam zijn. Zoals te lezen is in de working paper Corruptiebestrijding in Nederland 2.0 van Transparency International Nederland, is de aanpak van individuen zo belangrijk omdat iemand minder makkelijk voor de bewuste corrupte of corrumperende handeling kiest wanneer er een reële kans bestaat op individuele vervolging.

Om corruptie nog effectiever aan te pakken zou er dus meer nadruk moeten worden gelegd op het aanpakken van individuen die betrokken zijn bij corruptie. Het vervolgen van de verantwoordelijke individuen heeft immers een groter afschrikwekkend effect dan het opleggen van een geldboete door middel van een schikking aan rechtspersonen. In Amerika is sinds september 2015 een nieuwe richtlijn in werking, bekend als de “Yates memo”. Deze richtlijn zet uiteen hoe aanklagers betrokken bij corruptieonderzoeken om moeten gaan met verdachte natuurlijke personen. “[Burgers] mogen nooit in de veronderstelling zijn, zelfs niet ten onrechte, dat iemands criminele activiteiten ongestraft blijven enkel omdat deze werden gepleegd in opdracht van een onderneming”,  aldus Sally Yates, toenmalig plaatsvervangend procureur-generaal en naamgever van de richtlijn. Een schikking met een onderneming mag dus nooit individuele aansprakelijkheid uitsluiten.

Een belangrijk onderdeel van de richtlijn is dat bedrijven alle relevante feiten over individuen betrokken bij zakelijk wangedrag moeten aanbieden aan het Amerikaanse Ministerie van Justitie (Department of Justice – DoJ). Voorheen werd het bedrijven vaak toegestaan enkel de zakelijke kant van de gebeurtenis openbaar te maken. Hierdoor bleef identificatie van de betrokken personen veelal achterwege. Door de invoering van de “Yates memo” is hier verandering ingekomen en kunnen individuen betrokken bij buitenlandse corruptie gemakkelijker worden geïdentificeerd.

Waarom is de aanpak van individuen in schikkingszaken moeilijk?

Tot op heden heeft dit beleid echter nog niet geleid tot individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid. Naast de relatief korte bestaansduur van dit beleid heeft het ook te maken met bewijsproblemen en diversiteit in rechtsmacht. Het eerste concrete probleem is dat het DoJ geen individuele veroordelingen wil aanvoeren wanneer de acties en onderzoeken van en naar het desbetreffende bedrijf nog gaande zijn. Omdat dit soort onderzoeken lang kunnen duren kan een individuele veroordeling ook lang op zich laten wachten. Ten tweede is het ingewikkeld om bewijs te verkrijgen bij buitenlandse rechtsmachten en om dit bewijs vervolgens aan te voeren in de rechtszaal. Vanwege deze ingewikkelde procedure zijn de Amerikaanse autoriteiten in sommige complexe corruptiezaken geneigd om de veroordeling van individuen door te schuiven naar buitenlandse autoriteiten. Daarnaast blijft het voor openbaar aanklagers lastig om de juiste individuen te veroordelen, zelfs wanneer de onderneming volledig meewerkt. Bovendien is het DoJ niet bereid om hun beperkte middelen te investeren in het vervolgen van individuen uit het middenmanagement. Waarschijnlijk omdat het afschrikwekkende effect hier niet zo groot is. Tot slot blijft het lastig om de richtlijnen van de Yates memo toe te passen bij onderzoeken van het DoJ naar buitenlandse bedrijven waarvan de contacten met Amerika schaars zijn.

Deze bovenstaande problemen van de Yates memo maken inzichtelijk waarom het lastig blijft om individuen betrokken bij buitenlandse corruptie strafrechtelijk aan te pakken. Desalniettemin is het belangrijk dat de voor fraude- en corruptiezaken verantwoordelijke individuen vervolgd worden.

Waarom is de aanpak van individuen in schikkingszaken belangrijk?

Zoals reeds gesteld heeft de vervolging van de verantwoordelijke individuen een groter afschrikwekkend effect dan het opleggen van een geldboete door middel van een schikking aan rechtspersonen. Individuen zullen langer nadenken voordat zij zich mengen in corrupte activiteiten; ze kunnen nu namelijk individueel worden berecht voor deze acties. Door het aanpakken van individuen wordt het voor bedrijven bovendien belangrijker om due diligence toe te passen op de acties van individuen. Omdat bedrijven alleen optreden via mensen, is het onderzoeken van menselijk gedrag de meest efficiënte manier om de feiten boven tafel te krijgen en de omvang van het organisatorische wangedrag in te schatten. Door de focus meer op individuen te leggen is de kans bovendien groter dat het personeel lager in de hiërarchie zal meewerken tegen diegenen hoger op de organisatorische ladder. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat zowel bedrijven als individuen bestraft worden voor corrupt handelen.

Criminogene bedrijfscultuur

Naast het belang van deze individuele vervolging op strafrechtelijk gebied lijkt het ook belangrijk te zijn om te kijken naar de onderliggende oorzaken van corrupte gedragingen van individuen binnen een bedrijf. Vanuit een criminologisch oogpunt is het bijvoorbeeld interessant om te kijken naar de bedrijfscultuur. Wanneer gebrekkig toezicht, een aantrekkelijke buit en een gemotiveerde dader binnen een organisatie samenkomen, kan men spreken van een criminogene cultuur en is de verwachting dat ongewenst gedrag zich zal voordoen.

Corruptie, fraude en diefstal lijkt het meeste voor te komen in organisaties waar sprake is van een hoog criminogene en een sterke target-en-bonuscultuur en het minst in organisaties waar dat niet het geval is. Zo suggereren de resultaten van de Economic Crime Survey 2014/2015 dat de aanwezigheid van een aantrekkelijke buit en een gebrekkige moraliteit van het personeel sterk gerelateerd zijn aan de economische criminaliteit en corruptie waarmee een onderneming wordt geconfronteerd. De mate waarin er al dan niet sprake is van adequaat toezicht lijkt beduidend minder sterk gerelateerd te zijn aan de omvang van de economische criminaliteit. De maatregelen die organisaties treffen tegen corruptie zijn echter vooral gericht op de verscherping van het toezicht. In het bestrijden van economische criminaliteit lijken maatregelen gericht op het reduceren van de aantrekkelijkheid van het doelwit en het versterken van de moraliteit van het personeel juist effectiever te zijn. Bedrijven zouden zich dus beter op deze maatregelen kunnen richten om te voorkomen dat individuen van het bedrijf betrokken raken bij corruptie.

Wie zijn deze corrupte individuen?

Als het gaat over corruptie binnen het bedrijfsleven en de overheid is het idee dat de betrokken individuen anders dan de gemiddelde crimineel hele normale mensen zijn. De verklaring voor hun gedrag bij het in de fout gaan komt veelal uit de omgeving. Zo kan de bedrijfscultuur en druk uit de omgeving om doelen te halen een rol spelen. Uit een onderzoek van Madelijne Gorsira blijkt dat weinig betrokkenen zicht bewust tonen van de schadelijke gevolgen van hun corrupte gedrag. Nog minder lijken zij zich hiervoor verantwoordelijk te voelen. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat meerdere mensen binnen een bedrijf zich inlaten met corruptie. De perceptie van wat anderen vinden en doen kan van grote invloed zijn op wat men zelf doet. De persoonlijke moraal en de sociale norm lijken dus een grotere rol te spelen dan de ingeschatte kosten.

Aanpak van individuen en sociale bedrijfsnorm

In de strijd tegen buitenlandse corruptie ligt het, naast een schikking en een individuele vervolging op strafrechtelijk gebied, dus ook voor de hand om de persoonlijke moraal en de sociale bedrijfsnorm te beïnvloeden. Het strafrecht heeft als effect dat het bedrijven eraan herinnert dat ze aan hun compliance moeten werken en anti-corruptie programma’s moeten opzetten. Deze maatregelen zijn in lijn met de aanpak van de persoonlijke moraal en de sociale bedrijfsnorm. Door al deze maatregelen te combineren zou Nederland weer een stukje sterker kunnen staan in een effectieve(re) bestrijding van corruptie.