belastingparadijzen

Nederland: het belastingparadijs in de polder

Bart VolleberghAlgemeen, Corruptie, Europees, Feature, Governance, Internationaal, Nationaal, Nieuws, Wetgeving, Witwassen

Amsterdam, 28 maart 2019 – Het Europees Parlement heeft dinsdag, naar aanleiding van een motie van PvdA-Europarlementariër Paul Tang, geconcludeerd dat Nederland moet worden toegevoegd aan de zwarte lijst met belastingparadijzen. Naast Nederland worden ook België, Cyprus, Hongarije, Ierland, Luxemburg en Malta aan de lijst toegevoegd.

Het Europees Parlement besloot op 1 maart 2018 een bijzondere commissie voor financiële misdrijven, belastingontduiking en belastingontwijking (TAX3) op te richten na aanhoudende onthullingen zoals de Panama Papers en de Paradise Papers. Op 27 februari 2019 maakte de commissie haar bevindingen en aanbevelingen bekend in een rapport. Naar aanleiding van dit rapport diende Tang een motie in, waarin hij opriep tot het toevoegen van de EU-landen aan de zwarte lijst van belastingparadijzen. Deze motie behaalde met 408 stemmen een meerderheid in het Parlement. Staatssecretaris van Financiën Menno Snel reageerde verbijsterd: “Nederland loopt juist voorop in de strijd tegen internationale belastingontwijking”. De zwarte lijst bestaat op dit moment uit vijftien landen. De Europese ministers van Financiën bepalen of de EU-landen daadwerkelijk op de beruchte lijst terechtkomen. In 2017 verklaarde de Europees Commissie nog geen Europese landen toe te willen voegen aan de zwarte lijst.

Kenmerken van een belastingparadijs

In het rapport wordt geconcludeerd dat de zeven genoemde EU-landen “kenmerken vertonen van een belastingparadijs” en “agressieve belastingplanning faciliteren”. Het Nederlandse belastingbeleid leidt ertoe dat andere EU-lidstaten €11,2 miljard aan inkomsten mislopen. Het rapport uit daarnaast kritiek op Denemarken, Finland, Ierland en Zweden om hun verzet tegen het handhaven van de belasting op digitale diensten.

Ook worden meerdere aanbevelingen gedaan, waaronder het instellen van een Europese financiële politiemacht en inlichtingeneenheid. Daarnaast moet een EU-waakhond tegen het witwassen van geld worden opgericht alsook een wereldwijd belastingorgaan binnen de Verenigde Naties. De commissie ziet een oplossing in het sluiten van multilaterale belastingverdragen. Het Europese Parlement stemde dinsdag ook in met een beleidsplan voor eerlijke en effectievere belastingheffing” en voor de aanpak van financiële misdaden, waar genoemde aanbevelingen onderdeel van uitmaken.

Kritiek op zwarte lijst belastingparadijzen

De zwarte lijst is opgesteld na belastingschandalen die de afgelopen jaren boven tafel zijn gekomen, zoals de Panama Papers en de Paradise Papers. Op de lijst wordt sindsdien ook kritiek geleverd. Zo wordt aangevoerd dat er geen duidelijke definitie van een belastingparadijs is geformuleerd. Dit heeft tot gevolg dat de lijst meer een uitkomst is van politiek getouwtrek, dan dat die gebaseerd is op heldere criteria op basis waarvan iedereen kan concluderen welke landen er wel en welke er niet op horen. Hierdoor ontbreken de grootste belastingparadijzen, zoals Singapore en Hongkong, op de lijst.

UBO-register

Al eerder schreef Transparency International Nederland (TI-NL) over de nalatigheid van de EU om te reageren op de Panama en Paradise Papers. Deze documenten brachten wereldwijde grootschalige belastingontduiking aan het licht. De wettelijk toegestane anonimiteit stelt bedrijven en trusts in staat witwassen, corruptie, terrorisme, belastingontduiking en mensenhandel te faciliteren. TI-NL pleit dan ook voor de invoering  van een publiek register van uiteindelijk belanghebbenden (UBO-register). Meer transparantie in bedrijfsstructuren zal ertoe leiden dat belastingontduikers en andere criminelen zich niet langer kunnen verschuilen achter schimmige bedrijfsstructuren. Op grond van de vierde anti-witwasrichtlijn zijn de Europese lidstaten verplicht een UBO-register van vennootschappen en andere juridische entiteiten op te zetten. Uit de planningsbrief voor 2019 van het Ministerie van Financiën blijkt dat het wetsvoorstel deze maand nog verwacht kan worden.