Vernieuwde Corporate Governance Code: cultuur & waardecreatie

Lotte RooijendijkBelangenverstrengeling, Corruptie, Feature, Fraude, Integriteit, Nationaal, Nieuws

Amsterdam, 13 december 2016 – De Nederlandse Corporate Governance Code heeft op 8 december 2016 een grote herziening ondergaan. Voor drie thema’s is een aantal nieuwe bepalingen opgenomen die prominent op de agenda van bestuurders en commissarissen komen te staan, nl. cultuur en gedrag als expliciete onderdelen van corporate governance, een versteviging van de internal auditfunctie en meer focus op lange termijn waardecreatie. Wat zijn de verschillen in de herziene Code ten opzichte van de Code vastgesteld in 2008 en wat zijn de uitdagingen voor het bestuur van een onderneming?

Voorstel voor herziening VS vernieuwde Corporate Governance Code

De herziene Nederlandse Corporate Governance Code werd vorige week donderdag door Jaap van Manen, voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, overhandigd aan minister Kamp van Economische Zaken. “Aan het vaststellen van deze herziene Code is een uitgebreid consultatieproces vooraf gegaan, waarvoor de Commissie op 11 februari 2016 een voorstel voor herziening heeft gepubliceerd.” Volgens van Manen zijn er meer dan 100 reacties op het voorstel gegeven die volgens de commissie bijzonder waardevol zijn geweest en aanleiding zijn geweest om de voorgestelde tekst op sommige punten aan te passen en te verbeteren. Transparency International Nederland (TI-NL) was een van de partijen die input heeft geleverd op het voorstel voor herziening.

Ten opzichte van het consultatiedocument dat in februari jl. is gepubliceerd zijn een aantal aanpassingen gedaan. Zo is bijvoorbeeld de tekst die ziet op de verklaring van het bestuur over risico’s verbeterd, is het voorstel geschrapt om commissarissen – onder strikte voorwaarden – in aandelen te kunnen belonen en is nieuw ten opzichte van de voorgestelde tekst dat vennootschappen verantwoording afleggen over de interne beloningsverhoudingen.

“We hebben in de Code meer nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van bestuurders en commissarissen en de verantwoording die zij over hun functioneren afleggen is uitgebreid. Wij zijn van mening dat deze herziene Code een op de praktijk geënt kader voor Corporate Governance biedt voor de aankomende jaren”, aldus commissievoorzitter van Manen.

Code

Hoofdpunten herziening Code

De hoofdpunten van de herziening ten opzichte van de Code die in 2008 is vastgesteld, zijn de volgende:

  1. Het formuleren en implementeren van een visie op lange termijn waardecreatie vraagt van bestuurders en commissarissen dat zij duurzaam handelen door bewuste keuzes te maken over de houdbaarheid van de strategie op de lange termijn. Aandacht voor waardecreatie op de lange termijn is een continu proces waar zowel de afweging van de belangen van de stakeholders als de verantwoording over de gemaakte keuzes essentiële onderdelen zijn. Bewustzijn van en anticiperen op innovaties en nieuwe business modellen is essentieel om ambities waar te maken, kansen te kunnen grijpen en ontwrichting te voorkomen.
  2. De introductie van cultuur in de Code verlangt van bestuurders en commissarissen dat zij een cultuur creëren die het gewenste gedrag en integer handelen binnen de onderneming stimuleert. Concreet betekent dit dat waarden dienen te worden geformuleerd die passen in de visie van de onderneming. Van het bestuur wordt gevraagd gedrag te stimuleren dat aansluit bij deze waarden en door het tonen van voorbeeldgedrag deze waarden ook actief uit te dragen.
  3. Inzage geven in de kwaliteit van de systemen voor beheersing van risico’s vormt een belangrijk onderdeel van de Code. Nieuw ten opzichte van de in 2008 vastgestelde Code is dat het bestuur bij de verantwoording over risicobeheersing vooruitblikt welke risico’s van invloed zijn op de continuïteit van de vennootschap. Ook is de verklaring van het bestuur niet langer enkel gekoppeld aan de financiële verslaggevingsrisico’s, maar gericht op alle gesignaleerde materiële risico’s. Deze benadering sluit aan bij recente ontwikkelingen richting een meer integrale benadering, bijvoorbeeld integrated reporting, waarbij ondernemingen (meer) rekening houden met en transparantie bieden over de risico’s, kansen en doelstellingen op het gebied van niet-financiële aspecten van ondernemen.
  4. Om de interne audit functie, als onderdeel van het risico management systeem, te versterken wordt de raad van commissarissen nauwer betrokken bij de benoeming, de beoordeling en eventueel het ontslag van de leidinggevende internal auditor. Uitgangspunt in de Code is en blijft dat vennootschappen een interne auditor benoemen en een interne audit dienst inrichten. Indien een vennootschap niet aan dit uitgangspunt voldoet, wordt van de raad van commissarissen verwacht dat zij beoordeelt of adequate alternatieve maatregelen zijn getroffen en uitlegt waarom daarmee kan worden volstaan.
  5. In de onderdelen van de Code die betrekking hebben op inrichting van het bestuur en de raad van commissarissen zijn nieuwe accenten aangebracht die bijdragen aan de bestaande checks and balances, goed ondernemingsbestuur en onafhankelijk toezicht. Diversiteit in de raad van commissarissen en in het bestuur, wat betreft geslacht, deskundigheid, competenties en achtergrond, draagt bij aan zorgvuldige besluitvorming. Meer transparantie wordt verlangd over de doelstellingen, genomen maatregelen en resultaten.
  6. De Code is toegeschreven op vennootschappen met een two-tier bestuursstructuur, maar is ook van toepassing op vennootschappen met een one-tier bestuursstructuur. Net als in de Code 2008 zijn één principe en enkele best practice bepalingen opgenomen die specifiek van toepassing zijn op deze governance structuur. Deze komen in een apart hoofdstuk in de Code aan bod.

Pas toe of leg uit

Nederlandse beursvennootschappen worden geacht in 2018 te rapporteren over de naleving van de herziene Code in het boekjaar 2017. Voorwaarde hiervoor is dat de herziene Code in 2017 door het kabinet wordt verankerd in de Nederlandse wet. De werking van de Code is gebaseerd op het ‘pas toe of leg uit’-principe, wat inhoudt dat beursvennootschappen de principes en bepalingen uit de Code dienen toe te passen dan wel gemotiveerd dienen uit te leggen waarom wordt afgeweken van principe of bepaling. De werking van het ‘pas toe of leg uit’-principe staat of valt met de kwaliteit van de door vennootschappen gegeven uitleg bij eventuele afwijking.

Daarom is in de herziene Code een passage opgenomen over de naleving van de Code waarin wordt stilgestaan bij de werking van het ‘pas toe of leg uit’ principe. Er wordt een kader gegeven voor goede uitleg indien (langer dan één jaar) wordt afgeweken van een bepaling. Van belang is dat de uitleg in ieder geval de volgende elementen bevat:

  1. de wijze waarop de vennootschap is afgeweken van de best practice bepaling;
  2. de redenen voor afwijking;
  3. een beschrijving van hoe de beslissing om van de best practice bepaling af te wijken binnen de vennootschap tot stand is gekomen;
  4. indien de afwijking tijdelijk is en langer dan één boekjaar duurt, wordt aangegeven wanneer de vennootschap voornemens is de best practice bepaling weer na te leven; en
  5. in voorkomend geval, een beschrijving van de alternatieve maatregel die is genomen en een uiteenzetting hoe die maatregel de onderliggende doelstelling van de best practice bepaling bereikt, of een verduidelijking hoe de maatregel bijdraagt tot een goede corporate governance van de vennootschap.

Code

Wat ontbreekt er in de vernieuwde Corporate Governance Code?

De belangrijkste bijdrage van een goede verdeling van taken en bevoegdheden tussen de organen van de onderneming schuilt in het opvoeren van de kwaliteit van het bestuur van de onderneming, dat wil zeggen de besluitvorming en bedrijfsvoering. Ondernemingen ontwikkelen zich door een combinatie van producten en diensten, waarmee ze waarde toevoegen in de ogen van afnemers of consumenten. Ondernemingen gaan ten onder omdat ze te laat anticiperen op veranderde omstandigheden en te weinig oog hebben voor maatschappelijke ontwikkelingen.

Goede besluitvorming en bedrijfsvoering vergen transparantie, niet in de laatste plaats om fraude en corruptie tegen te gaan of in een vroeg stadium op het spoor te komen. Immers, corruptie en fraude gedijen het best buiten het zicht, in de schaduw.

TI-NL ziet met de herziening van de Code enkele nieuwe uitdagingen voor het bestuur van de onderneming. TI-NL heeft input gegeven op de herziening van de code waarbij wij ons met name hebben gericht op twee hoofdonderwerpen: (i) de keuze voor waardecreatie als centrale doelstelling van de onderneming en (ii) de introductie van het onderwerp cultuur in de Code.

Waardecreatie

De vernieuwde Code introduceert een nieuw principe (‘waardecreatie’), dat kan bijdragen aan de bestrijding van corruptie en omkoping en dit juichen wij toe. De Commissie stelt voor de “lange termijn waardecreatie” door de onderneming centraal te stellen. De voordelen van de keuze voor waardecreatie als centrale doelstelling van de onderneming zijn evident. Concentratie op de huidige en toekomstige kasstromen, herkomst en besteding van middelen, maakt het mogelijk na te gaan waar binnen de onderneming kapitaal wordt vernietigd en waar kapitaal rendeert. Het biedt een rationele grond voor allocatie van mensen en middelen en onderbouwt de start van nieuwe en uitbreiding van bestaande activiteiten. Waar noodzakelijk onderbouwt het het stopzetten of afstoten van activiteiten. In het algemeen wordt de basis voor besluitvorming steviger omdat de waarde van geld, nu en in de toekomst, expliciet in beschouwing wordt genomen. Een actueel voorbeeld is de investering in hernieuwbare energie.

Afwijkingen van geprojecteerde kasstromen kunnen gemakkelijk en snel worden geïdentificeerd. Dit komt de wendbaarheid van de onderneming ten goede. Tegelijk wordt de bestrijding van interne fraude en corruptie, beide onderschatte problemen, structureel eenvoudiger. Zo bezien lopen de belangen van Nederlandse beursgenoteerde onderneming en TI-NL in hoge mate parallel.

In de herziening van de Code wordt de stelling getrokken dat de concentratie op lange termijn waardecreatie en het behartigen van stakeholderbelangen, de nadelen van de huidige nadruk op korte termijn financiële resultaten en de concentratie op de belangen van beleggers zou kunnen wegnemen. Dit lijkt voorbij te gaan aan de vergaande en diepe verankering van de Angelsaksische wijze van besluitvorming en bedrijfsvoering binnen een aantal grote Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen.

Veel bestuurders, managers en medewerkers zijn geselecteerd, opgeleid en toegerust om de instrumenten om de winst per aandeel op te voeren goed te hanteren. Lange termijn investeringen gaan ten koste van de winst en worden eerder vermeden dan omarmd. Aantrekkelijke overnames die niet binnen enkele jaren bijdragen aan de winst per aandeel worden niet gedaan. Kostenbesparingen zijn te vaak synoniem aan sanering van het personeelsbestand, wat leidt tot kapitaalvernietiging. Inkoop van aandelen verhoogt de winst per aandeel maar gaat ten koste van toekomstige investeringsmogelijkheden.

Het bovenstaande in ogenschouw nemende concluderen wij dat het van belang is dat de Code voorstellen bespreekt die de structurele oorzaken van afwijkend gedrag aan kunnen pakken: de neiging tot exploitatie van klanten, hoge variabele beloningen, hevige interne concurrentie voor posities en het verkleinen van financiële middelen. Deze elementen werken corruptie, fraude en omkoping in de hand. TI-NL pleit hier voor een introductie van de term integriteit en een verdere focus op transparantie, verantwoording en aanspreekbaarheid die mogelijk oplossingen zouden kunnen bieden om afwijkend gedrag aan te kunnen pakken.

Cultuur

TI-NL vindt het met name belangrijk dat cultuur onderdeel is geworden van de Corporate Governance Code en dat beursvennootschappen tegenspraak dienen te faciliteren. TI-NL is met de Commissie van mening dat een gezonde cultuur van openheid en aanspreekbaarheid een belangrijke rol speelt bij het functioneren en de lange termijn waardecreatie van de onderneming. Kritische zelfreflectie door (het bestuur en de medewerkers van) de onderneming is van essentieel belang dit doel te bereiken.

Het is gebleken dat in organisaties waar werknemers tevreden zijn over de cultuur en waar meldprocedures zijn, minder vermoedens van misstanden – zoals fraude en corruptie – voorkomen en dat tegelijkertijd gesignaleerde misstanden vaker gemeld worden. Meer aandacht voor dit onderwerp juicht TI-NL dan ook toe. Wel is er nog een aantal opmerkingen bij de principes uit de Code die zien op dit cultuuraspect.

Signalen en vermoedens van misstanden

De Code schrijft voor dat vennootschappen een regeling voor het melden van vermoedens van misstanden dienen in te voeren en deze op de website dienen te plaatsen. Het invoeren van een regeling voor het melden van misstanden achten wij zeer belangrijk, maar wel beperkt. Het zou in onze optiek veeleer moeten gaan om de invoering van een goede ‘meldinfrastructuur’. Hiermee bedoelen we dat er naast een (formele) klokkenluidersregeling, (onafhankelijke) vertrouwenspersonen zijn bij wie potentiële melders terecht kunnen voor advies en ondersteuning, dat meldingen worden doorgeleid aan degenen die onderzoek kunnen doen naar vermeende misstanden en dat meldingen, op een manier die recht doet aan alle betrokken partijen, worden afgehandeld.

Uit onderzoek blijkt dat grofweg 37% van de werknemers in het bedrijfsleven niet weet of zij worden beschermd als zij misstanden aankaarten en dat 26% van de werknemers zelfs denkt dat zij niet zouden worden beschermd. Deze vrees blijkt helaas terecht: melders van misstanden ondervinden vaak negatieve gevolgen van hun meldingen. Om openheid te stimuleren zullen degenen die de moed hebben om zaken aan te kaarten moeten worden beschermd. Helaas wordt de bescherming van degenen die deze signalen geven/ meldingen doen niet vernoemd in de Code.

Integriteit

Het begrip integriteit in relatie tot het gedrag van een individu, is niet opgenomen in de Code. ‘Integer en transparant handelen’ wordt slechts één keer in de toelichtende tekst genoemd. Verder gaat het wat betreft ‘integriteit’ enkel over de integriteit van de financiële verslaggeving of informatie.

Integriteit kan worden gedefinieerd als het consistent zijn van het gedrag van een individu, op een dergelijke manier dat alle gedragingen, waaronder uitspraken, consistent zijn met gerechtvaardigde verwachtingen, met tot gevolg dat die persoon als betrouwbaar kan worden aangemerkt. Door integriteit expliciet te benoemen kan de Raad van Commissarissen verantwoording vragen op punten waar de bestuurder zich nu mogelijk kan verschuilen achter het begrip ‘cultuur’.

Voor alle normen en principes geldt dat ze pas werkelijk effect zullen hebben, wanneer ze deel gaan uitmaken van de cultuur van een onderneming. Het bestuur is uiteindelijk verantwoordelijk voor het vormgeven van de gewenste cultuur binnen een onderneming. Gedrag en cultuur zijn mede bepalend bij lange termijn waardecreatie. Het sturen op gedrag en cultuur is een weerbarstig proces is dat vraagt om continue aandacht voor het bestuur van een onderneming.