GRECO

OM eist in hoger beroep opnieuw drie jaar cel tegen Möllenkamp

Lotte RooijendijkAlgemeen, Corruptie, Feature, Fraude, Nationaal, News, Nieuws, Witwassen

Amsterdam, 27 januari 2017 – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft opnieuw drie jaar cel geëist tegen de voormalige topman van woningcorporatie Rochdale, Hubert Möllenkamp. Eerder werd Möllenkamp veroordeeld tot tweeënhalf jaar cel, wegens onder meer  verduistering, oplichting, belastingfraude en witwassen. Volgens het OM nam Möllenkamp in een periode van tien jaar honderdduizenden euro’s aan steekpenningen aan en fraudeerde hij voor zo’n miljoen euro met belasting.

De advocaat-generaal houdt Möllenkamp verantwoordelijk voor onder meer verduistering, oplichting, omkoping, belastingfraude en meineed, bleek bij het gerechtshof in Amsterdam. Op basis hiervan oordeelde de rechter in 2015 dat een celstraf van 2,5 jaar op zijn plaats was. Zowel Möllenkamp zelf als het OM, dat toen ook al drie jaar eiste, gingen tegen dit vonnis in hoger beroep. Het OM eist nu opnieuw drie jaar cel tegen de voormalige topman van Rochdale.

De feiten hebben zich afgespeeld in een periode van tien jaar. Het escaleerde in de loop der jaren, bedragen werden groter en het aantal incidenten nam toe. Hij gleed met grote snelheid af van het door hem gecreëerde hellend vlak, stelt het OM.

De advocaat-generaal van het OM stelt dat Möllenkamp met zijn gedrag de integriteit van woningbouwcorporaties geschaad en het vertrouwen dat de samenleving heeft in woningbouwcorporaties heeft beschaamd. Dat geldt ook voor het vertrouwen van de werknemers bij Rochdale en de mensen die een huis hebben van Rochdale.

De feiten rondom Möllenkamp

Onderdeel van de bewezen omkoping was het innige contact dat Möllenkamp onderhield met de eigenaar van een sloopbedrijf, Henk O. Hij zou Möllenkamp verschillende Mercedes-auto’s cadeau hebben gedaan en hoge geldbedragen hebben toegestopt. Een berekening van het OM brengt het door O. betaalde bedrag op ongeveer 700.000 euro. In ruil hiervoor kreeg het sloopbedrijf de opdracht tot het slopen van grote Bijlmerflats, goed voor dertig procent van de omzet van het sloopbedrijf. Möllenkamp zelf beweerde dat het hier ging om leningen, maar het OM deelde deze lezing dus niet. Door dezelfde beweringen op te voeren voor de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties pleegde Möllenkamp meineed. Daarvoor geldt dat het OM dit hem zwaar aanrekent.

De oud-topman werd in 2009 op staande voet ontslagen door Rochdale, nadat de misstanden aan het licht waren gekomen. De Raad van Commissarissen had hem meermaals gevraagd om opheldering te geven over publicaties waarin het ging over verdachte transacties, een villa in Spanje die hij cadeau zou hebben gekregen, zijn hoge salaris en zijn Maserati. Op basis van een rapport van onderzoeksbureau Deloitte werd Möllenkamp vervolgens ontslagen. Het ging bij zijn ontslag echter niet alleen over corruptie; ook slechte investeringen lagen ten grondslag hieraan. Möllenkamp hoefde investeringen tot vijftig miljoen euro niet voor te leggen aan zijn raad van commissarissen, met als gevolg dat hij diverse verkeerde investeringen had gedaan. Dit leverde Rochdale forse verliezen op.

Möllenkamp heeft zelf altijd ontkend dat hij steekpenningen heeft aangenomen. Wel noemde hij het achteraf gezien ”verkeerd” en ”onhandig” dat hij giften aannam van zakelijke relaties, zo zei hij eerder tegen het gerechtshof.

Het oordeel van de rechter

De rechter oordeelde dat Möllenkamp geen enkel schuldbesef heeft getoond tijdens de rechtszaak. De schaamteloze wijze waarop hij gehandeld heeft terwijl hij een maatschappelijke voorbeeldfunctie vervulde wordt hem dan ook zwaar aangerekend door de rechter. De motieven van de oud-topman van Rochdale bleven tijdens het proces onduidelijk: “Mogelijk wilde de verdachte het beeld ophouden van een geslaagde corporatiebestuurder, hij wilde ver boven zijn stand leven en vroeg zijn zakelijke relaties herhaaldelijk om geld,” aldus de rechter. Op basis van dit gedrag en de bevindingen oordeelde de rechter dat een celstraf van 2,5 jaar op zijn plaats was. In 2015 veroordeelde de rechtbank hem tot 2,5 jaar cel. Zowel hij als het OM, dat toen ook drie jaar eiste, ging in hoger beroep.

Het hoger beroep, dat meerdere dagen duurt, ging onder meer over de vraag of het OM informatie over de strafrechtelijke vervolging van Möllenkamp heeft gedeeld met de commissie, die de voormalig topman vroeg naar het aannemen van steekpenningen. De advocaat-generaal benadrukte dat het OM geen inspraak heeft gehad op de vragen van de commissie. Was dat wel het geval, dan zou dat kunnen leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM.